bollen en knollen...
...
ik heb er wel wat mee. Vooral met zomerbloeiende bollen en knollen,
zoals knolbegonia's, dahlia's, canna's en montbretia's. En natuurlijk
die bollen die de eerste voorjaarsgroet brengen en die in de
grond kunnen blijven zitten zoals de blauwe druifjes, de narcissen
en de krokussen.
De reden voor juist die soorten? Die is voornamelijk praktisch:
om het gemak.
Bij een aantal van de soorten hieronder heb ik een slideshow
gemaakt. Als je zin hebt om deze te bekijken dan kun je het
plaatje aanwijzen om hem te starten. Veel plezier alvast en
ik hoor graag wat je ervan gevonden hebt en of alles goed werkt.
Tulpen
Voor
twee jaar terug was ik helemaal idolaat van tulpen.
Ik had massa's prachtige soorten in de tuin staan. Tulpen echter
geven veel werk: planten, oogsten, pellen, opslaan, planten....
En dat in een tijd dat ik begon te sukkelen met mijn gezondheid.
Al die schitterende tulpen zijn toentertijd op de composthoop
verdwenen. Simpelweg omdat ik er toen geen gat meer in zag ook
die klus nog eens bij het vele werk van de tuin te voegen.
Nu heb ik daar natuurlijk spijt van. Als ik het album open en
de plaatjes die ik ervan gemaakt heb voorbij zie gaan moet ik
altijd wel even slikken. Ach ja, het is niet anders...
De gezondheid echter gaat dank zij medicijnen wat beter en ook
de werkplanning van de tuin zou wel weer wat tulpen toelaten,
dit jaar (2012) zullen er dus op veel plekken in mijn tuin tulpenbollen
bloeien. Twee keer een cirkel van 4 meter Doorsnede met gemengde
tulpen (zoals op het plaatje). Het zal vast en zeker een feestje
worden in het voorjaar...
uitgebloeide
tulpen
Na de bloei de stengels tot aan de grond wegsnijden, zodat alle
de kracht naar de bol kan gaan. Het blad laten zitten en laten
verdorren tot het zonder moeite van de bol loslaat. Dan is het
moment om ze te rooien (met uitzondering van de botanische soorten;
die kunnen gewoon in de tuin blijven zitten). Al naar gelang
je mogelijkheden leg je ze in de zon te drogen of op een dekzeil
in een goed geventileerde ruimte.
Als de bol aan de buitenzijde droog aanvoelt en de oude bolresten
gemakkelijk van de bol loslaten, is het tijd om ze te pellen.
Met pellen haal je de oude resten weg en scheidt de bol van
zijn nieuw gevormde bolletjes. Wat je overhoudt is één grote
nieuwe bol en een deel jonge bollen. Die grote nieuwe bol sla
je in netjes op en - zo deed ik het althans - die hang je op
in een goed geventileerde ruimte. Niet vergeten een kaartje
met de soort bij te voegen.
vermeerderen
De jonge bollen die je overhoudt kun je, als je dat zou willen,
vermeerderen door ze eveneens in het najaar uit te planten en
ze op die manier tot ontwikkeling te laten komen. Ook die geven
soms een bescheiden bloei, maar meestal zul je alleen blad aantreffen.
Blad dat je op de gebruikelijke manier af laat sterven en dan
zul je zien dat ook hier een mooie nieuwe bol is gevormd.
Als de uitgebloeide narcissen, tulpen en
hyacinten je een Doorn in het oog zijn, maar je ze toch wel
graag een volgend jaar wilt gebruiken, knijp dan tijdig de bloemknop
af en spit een geul ergens op de tuin achteraf waarin je de
uitgebloeide bloembollen af laat sterven. Bij meer soorten een
duidelijke scheiding aanbrengen en labels met de naam.
Zaaien:
Net als met de meeste andere bloeiende planten en bollen kun
je ook tulpen uit zaad opkweken. Besef wel dat het opkweken
van bollen een tijdrovende kwestie is. Het traject van zaadje
naar mooi bloeiende bol zal enkele jaren in beslag nemen. En
dan is het nog maar de vraag of er datgene uit zal komen dat
je voor ogen hebt. Maar voor wie het proberen wil heb ik eventueel
wel wat zaadjes van een botanische soort, de Tarda.
De Tarda is een tulp die je plant en vervolgens niet meer hoeft
te rooien en dus in de grond kunt laten zitten. Het voorjaar
erop zal hij weer bloeien.
Oogsten van zaadjes:
Heb je zelf botanische soorten waarvan je de zaadjes wil oogsten
en ze uitzaaien rond de moederplant c.q. op een andere leuke
plek in de tuin, dan moet je de bloemen niet verwijderen, de
planten blijven bemesten, voldoende water geven en vervolgens
als de zaaddozen geel verkleuren oogsten op een droge, goed
geventileerde plek te drogen leggen. Als de zaaddozen gaan wijken
(openen), zijn de zaadjes klaar om gezaaid te gaan worden.
Meer weten over tulpen:
Growing Tulips
Narcissen
Narcissen zijn supergemakkelijk. Enige
werk dat je eraan hebt is planten en na verloop van tijd als
de groep te groot naar je zin wordt hem wat uitdunnen.
uitgebloeide narcissen
Zodra de bollen uitgebloeid zijn moet je de knoppen afknijpen.
Zo ga je zaadvorming tegen en kan alle kracht naar de bol toe.
Ik heb het idee dat wij met het aanbrengen van een mulchlaag
van verteerde paardenstalmest we de bol helpen met opslag van
nieuw voedsel voor het volgende voorjaar. Ook is het belangrijk
dat je het loof goed af laat sterven. Zo goed dat als je aan
het verdorde blad trekt, het vanzelf loslaat.
Zit het nog te vast aan de bol, dan moet je nog even geduld
hebben. Als je de border goed beplant hebt is dat geen probleem,
want dan zal je blik gevangen worden door buurplanten die dan
tot ontwikkeling of bloei gaan komen.
Lelies
De
lelie, in mijn geval de aziatische lelie (lilium asiatic),
is een ander verhaal. Heel gemakkelijk in onderhoud; je plant
ze en je hebt er vervolgens geen omkijken meer naar. Althans..
bij mij op zandgrond. Ik weet niet hoe dat bij anderen op kleigrond
is.
Enige dat ik bij sommige soorten doe is op een gegeven moment
de groep wat uitdunnen en met de bollen die je overhoudt een
(tuin)kennis blij maken.
Of uitwisselen met anderen leliegekken natuurlijk. Dat doe ik
ook geregeld. Heb je dus in mijn album 'lelies' een mooie soort
zien staan en heb je zelf wat leuks te ruilen... trek gerust
aan de bel.
planten
Planten doe je einde zomer (medio augustus/september). Bepaal
je plantvak en haal er ongeveer 20 cm grond uit. Spit het plantvak
door en zorg dat de grond goed los is.
Meng er wat compost en kalk door en hark of strijk het vak glad.
Zet vervolgens de bollen op het plantvak, zodanig dat de groeipunt
maximaal 3 cm onder de grond komt te liggen. Bedek de bollen
met de aarde en begiet het vak. Breng in het aar van planten
in de winter een dek van bijvoorbeeld dennentakken o.i.d. aan.
Onderhoud
Waar
je bij lelies op bedacht moet zijn is een klein kevertje,
het leliehaantje.
Dat kevertje legt op de plant (meestal
onder de bladeren en bij de aanzet van de knoppen) een streng
oranjekleurige eitjes. Uit die streng ontwikkelen zich na verloop
van tijd larven die zich tegoed gaan doen aan jouw mooie lelie.
Moet je niet hebben dus. Ik los dat op door alert te zijn op
die oranje strengen en ze als ik ze zie weg te wrijven.
Ook heb ik in de loop der tijd wat huis-tuin-en-keuken-middeltjes
geprobeerd, zoals een azijn met wateroplossing die ik op het
internet had gevonden, maar dat hielp bij mijn lelies niet.
Wat wèl hielp was Pyrethrum Spray van Bayer.
En hoe
je de bol verder behandelt is eigenlijk gelijk aan de meeste
bollen en knollen: bloemen weghalen om zaadvorming tegen te
gaan en in dit geval de stengels en bladeren aan de bol laten
zitten tot het helemaal verdord is en alle voeding naar de bol
is kunnen gaan.
vermeerderen
Ook dat gaat eenvoudig met leliebollen. Bij de bol namelijk
worden in de loop van het seizoen kleine bolletjes gevormd die
ieder voor zich weer een nieuwe lelie gaan vormen. Ook kun je
de 'schubben' van de bol in een pot met aarde steken die dan
vervolgen uit zullen lopen en dan tot slot zijn er ook nog broedbolletjes
die zich aan of bij de stengel ontwikkelen (tijgerlelies). Die
kun je eraf nemen en in een pot met zaaiaarde planten. En natuurlijk
kun je ook de lelie zaad laten vormen. Dat gaat ten koste van
de bol, maar je hoeft er maar één ongemoeid te laten om van
behoorlijk wat zaad verzekerd te zijn. Zaaien is echter in dit
geval niet de meest verstandige manier van vermeerderen. Het
duurt behoorlijk lang eer er zich een goede, bloeiende bol heeft
gevormd. Maar als je zaait om de sport: tja wie houd je dan
tegen nietwaar...!
Alliums (sieruien)
Mooi voor het verticale effect in de tuin.
Lekker vroeg qua bloei en in alle stadia een plezier om naar
te kijken. Het begint met de bloei, daarna verkleurt de bloembol
naar groen door de onrijpe zaaddoosjes; daarna naar geel en
tot slot naar geelbruin. Dan gaan de zaaddoosjes open en is
dat weer een feestje om naar te kijken. Sieruien doen het mooi
in een boeket of bloemstukje en later in het traject is het
al droogbloem op alle mogelijke manieren te verwerken.
En dan het zaaien niet te vergeten! Alliums zijn heel gemakkelijk
te zaaien en op te kweken.
uitgebloeide sieruien
(aliums)
Sieruien zijn gemakkelijke bollen. Enige dat je hoeft te doen
is de bladeren aan de plant te laten zitten en als je echt voor
een goede ontwikkeling van de bollen gaat de bloeiwijze weghalen.
Sieruien vermeerderen gemakkelijk. Elk jaar zie ik rond de plantengroep
wel weer jong alliumblad verschijnen.
Jonge alliumpjes die waarschijnlijk het jaar erop zullen gaan
bloeien.
Crocosmia crocosmiiflora
(montbretia)
Dit zijn de meest gemakkelijke bollen die
ik in de tuin heb staan. Zijn sterk en bloeien prachtig. Ook
vermeerderen ze zich heel snel, waardoor je binnen no-time een
mega-groep van deze prachtige bollen hebt staan. Is het je teveel,
dan graaf je ze gewoon op en geef je er een stelletje weg. Wordt
meestal in dank aangenomen.
uitgebloeide montbretia
Weinig onderhoud. In het eerste jaar van
planten is het handig om de bollen na de bloei en nadat het
blad goed afgestorven is uit de grond te halen. Ze zijn dan
nog wat kwetsbaar voor vorst. Woon je echter in een streek met
weinig strenge vorst, dan kun je ook volstaan met de groep met
dennentakken af te dekken.
Dahlia
Dahlia's...;
ik had er nooit zoveel mee. Veel te bewerkelijk; veel te veel
gedoe met opslaan, voortrekken en planten. Dacht ik. De werkelijkheid
is anders. Natuurlijk zit er meer werk aan dan bijvoorbeeld
de bollen hierboven, maar je hebt er dan ook de hele zomer aanhoudende
bloei van. Zeker als je de uitgebloeide bloemen weghaalt.
Verder valt de dahlia gemakkelijk te manipuleren in groei. Vind
je dat hij je hoog genoeg geworden is, dan haal je gewoon de
top eruit en hij zal zich op die gewenste hoogte gaan vertakken.
Enig nadeel dat de dahlia heeft, is dat als je kiest voor de
hoge soorten, je ze zeker moet steunen en dat de stengels wat
kwetsbaar zijn bij harde wind of slagregen. Dat probleem ondervang
je natuurlijk als je goede steunen aanbrengt.
uitgebloeide
dahlia
Zoals gezegd vergen de knollen van de dahlia's wat onderhoud.
Waarmee ik bedoel te zeggen dat je ze niet gewoon in de grond
kunt laten zitten en ze vervolgens tot het volgende jaar kunt
vergeten. Je moet ze na de eerste vorst op 10-20 cm van de grond
afknippen en ze vervolgens rooien.
Rooien is de grond rondom de plant insteken en vervolgens diep
met de spitvork de knol eruit wippen en de knollen op zijn kop
te drogen leggen. Waarom op zijn kop? Welnu de stengelrest is
hol en je moet zorgen dat daar geen vocht in blijft staan.
Als ze goed droog zijn het zand eraf kloppen en ze opslaan.
Eventueel vermenigvuldigen. Elk deel moet tenminste één oog
(waar de plant op uit gaat lopen).
Dat opslaan doe ik in grote tempexbakken (of bananendozen, dat
kan ook) en ik zorg dat er tussen de knollen wat turfmolm of
zand zit om het uitdrogen van de knol tegen te gaan. De lagen
scheid ik (ik doe verschillende kleuren in één doos) door er
een krant tussen te leggen.
De bakken sla ik op bij ons in de garage waar het in de winter
tussen de 5-10°C is waar ze blijven staan tot het volgende voorjaar
om ze dan in de kweekkas voor te trekken en na de vorst (bij
ons tweede week van juni) uit te planten in de tuin.
zaaien van dahlia's
Bij het zaaien van bollen en knollen zou
je denken dat het de moeite niet zo loont om dat te doen. Het
zou beter zijn de knollen vegetatief te vermeerderen. Een uitzondering
daarop is de dahlia. Ik heb al heel veel mooie resultaten geboekt
met dahlia's uit zaad. Je krijgt net als bij het zaaien van
een eenjarige, in het eerste jaar een mooie volwaardige plant,
die een mooie knol vormt. Een knol die je vervolgens kunt bewaren
en in het voorjaar erop behandelen zoals je dat met de overige
dahlia's doet (zie hierboven).
planten
Ik trek de dahlia's in onze kweekkas voor. Dat wil zeggen dat
ik ze al een beetje in goede omstandigheid aan de groei breng
tot ze ongeveer tot 15 cm loof hebben. Ik ben daar niet te vroeg
mee, want ik kan ze pas in de eerste week van juni buiten planten
(wij hebben vaak nog laat nachtvorst). Eerst spit ik een gat
en daarin breng ik wat compost aan. Knol erin en gat dicht.
Stok erbij met een label (tja ik ben er nu eenmaal een van systematiek
en mag ook graag straks na de bloei weten met welke kleur en
met welke soort ik van doen heb. Met zo'n grote tuin als die
van ons en met zo'n grote hoeveelheid knollen, moet je wel een
systeem aanbrengen.
Canna (Indisch bloemriet)
Canna's zijn een heel ander verhaal bij
mij. Prachtige knollen en ik heb er in de loop der tijd verscheidene
soorten gehad, maar doordat ik er niet zoveel aandacht aan kon
geven zijn ze langzaamaan ter ziele gegaan. Zonde hoor, want
het waren beauty's. Vorig jaar (2007) echter heb ik een groep
oranjerode canna's geplant en daarmee is het goed gegaan. Ik
ben er nu inmiddels achter hoe dat komt. Vocht. Canna's hebben
volgens mij behoorlijk wat vocht nodig. Dat was voorgaande jaren
met vaak warme, zeg maar gerust hete, zomers een probleem. Daarom
hebben we vorig jaar ook besloten een manier van beregening
aan te leggen. Misschien dat het nu beter zal gaan.
Mirabilis (nachtschone)
Deze knol heeft me voor een paar jaar terug
verrast. Spontaan opgekomen in de tuin en vrij snel zag ik de
plant uitgroeien tot een 60 cm hoog scherm met een onuitputtelijke
bloeikracht. In een prachtig hardroze.
Ik kende hem toen nog niet en benieuwd als ik ben naar de vreemde
kostgangers in mijn tuin (zie 'wie kent')
kwam ik op deze inmiddels voor mij waardevolle plant in de tuin.
De nachtschone. Je hebt hem in het wit, (zacht-) geel, (zacht-)
roze, magenta (hardroze), en in een mix daarvan (meerdere kleuren
in één bloem). En supergemakkelijk te zaaien en super gemakkelijk
zaden van te oogsten.
Wat je na een seizoen bloeien overhoudt is een grote zwarte
knol die in heel gematigde streken van ons land in de grond
kan blijven zitten. Woon je echter in een deel van Nederland
(of België) waar het pittig vriezen kan, dan zou ik ze - net
als ik doe - eruit halen en net als de dahlia's en knolbegonia's
opslaan. Het voorjaar erop kun je ze ongeveer in mei uitplanten.
Elk jaar heb ik er wel zaadjes van geoogst
en als jij hem ook in de tuin wilt, dan volgt hier de zaaibeschrijving:
Zaaien:
Kiemtemperatuur 18-20°C. Januari-februari
in potten in kamerkasje; na ontkiemen koeler zetten bij 15-16°C
of maart-april in potten in koude bak; uitplanten na nachtvorstperiode.
Bloei volgt circa 16 weken na ontkiemen. Ter plekke zaai je
vanaf april tot mei. Kiemtijd 7-14 dagen. Eind mei naar buiten
op 35-40 cm uitplanten. Knollen in het najaar opgraven en in
turf droog en vorstvrij bewaren. In voorjaar na nachtvorstperiode
weer uitplanten.
Iris germanica (baardiris - duitse iris)
De iris heeft vlezige wortels (rizomen)
waar hij na het bloeien zijn voedsel in opslaat voor het volgende
groeiseizoen. Ik heb verschillende van dit soort irissen in
de tuin staan
Een gemakkelijke plant. Eigenlijk is het
enige waar je rekening mee moet houden is dat je de wortelstokken
niet te diep in de grond plant en dat je zorgt dat de grond
goed doorlatend is. De plant kan zonder bescherming overwinteren
en ook vermeerderen gaat heel eenvoudig.
planten
Planten doe je bij voorkeur in september. Maak een plantgat
en maak de grond goed los. Meng er wat compost en eventueel
zand door. Hou daarbij in de gaten dat de grond goed doorlatend
moet blijven (zie boven). De wortelstokken met de groeipunt
naar boven gericht planten, zodanig dat zich een mooie cirkel
vormt. Plantafstand is 20-30 cm. Grond erover strooien; zoveel
dat de helft van de wortelstok bedekt is en de andere (horizontale)
helft boven de grond uitsteekt. Goed aanwateren.
vermeerderen
(vegetatief)
De wortelstok kan eenvoudig in stukken gesneden worden. Elk
deel waar wortels en een groeipunt aanzit kan een nieuwe plant
worden. Deze stukjes kunnen ook heel leuk over-en-weer uitgewisseld
worden tussen irisfanaten (als je zelf leuke irissen hebt en
die met me uit wil wisselen, trek gerust aan de bel).
vermeerderen (zaaien)
De iris is ook heel goed te zaaien en de zaden goed te oogsten.
De zaaibeschrijving staat bij de verscheidene soorten irissen
waarvan ik het zaad op de zadenlijst heb staan.
Wil je dus ook je moeras of (vijver)border verrijken met deze
leuke plant,
wip dan even langs mijn zadenlijst.
onderhoud en bemesten
Zoals gezegd
heb je weinig werk aan irissen. Hoogstens in het najaar het
oude blad tot op 10 cm wegsnijden en er in het voorjaar wat
compost en/of beendermeer bij strooien om de groei te bevorderen.
Andere bollen en knollen van onze tuin, maar waar ik nog even
geen tijd voor heb om die van een tekstje te voor zien. Wordt
vervolgd dus.
Anemone nemorosa (bosanemoon)
Hyacinthus orientalis (hyacint)
Ranunculus
Iris hollandica (Hollandse Iris)
Iris siberica (Sibirische Lis)
Tigridia paconia (Tijgerbloem)
Alstroemeria (Incalelie)
Crocus
Iris pseudacorus (Gele Lis)
Knolbegonia
Fritillaria imperialis (Keizerskroon)
Galanthus (Sneeuwklokje)
Oxalis (Klaverzuring)
|