Types zaden
A, (1), annual, eenjarige plant.
Eenjarigen zaai je in de regel vanaf maart tot mei. Of vanaf
eind februari op warmte of binnenshuis. Dat kan ter plekke,
maar ook in een potje in de
koude
bak (of beiden voor gespreide bloei). Buiten zaaien gebeurt
in veel gevallen vanaf half april. Er zijn soorten die je
alleen ter plekke of in een eigen potje kunt zaaien; die
kunnen niet verspeend worden.Bij het binnenshuis zaaien
moet je rekening houden dat je dat niet te vroeg doet. Er
moet net voldoende tijd zijn tussen zaaien, ontwikkelen
en uitplanten, zodat de plant na de nachtvorstperiode uitgeplant
kan worden. Te lang binnen opkweken levert iele, lange lerpen
van kiemplantjes op en dus zwakke zaailingen.
HHA, half hardy annual, half
Winterharde eenjarige.
Dit zijn eenjarigen die je in het vroege voorjaar
(eind februari) met voldoende zorg qua temperatuur en licht
de nachtvorstperiode door kan loodsen. Zodra deze voorbij
is (eind mei en in sommige delen van het land half juni)
kunnen ze in de tuin uitgezet worden.
Voorbeelden zijn: Tagetes (afrikaantjes), Impatiens (Vlijtig
Liesje), Nicotiana (Siertabak), Antirrhinum (Leeuwebekje),
sommige Salvia soorten, etc.
HA, hardy annual, wintereenjarige;
een zichzelf uitzaaiende eenjarige plant.
Deze planten zaaien zichzelf uit en de zaden of
de kiemplantjes komen in niet te strenge winters (-5) ongeschonden
de winter door. Deze soorten zijn ook in het najaar (september-oktober)
te zaaien voor vroege bloei in het voorjaar. Vaak zijn deze
soorten het best ter plekke te zaaien.
Voorbeeld zijn:
Omphalodes (gedenke mij), Cynoglossum (hondstong), Eschscholzia
(slaapmutsje), Ipomoea (de zaden), Papaver somniferum en
paeoniflorum (slaapbol), etc.
GA, glasshouse annual, eenjarige
serre of kasplant.
Dit zijn soorten die binnen gezaaid, opgekweekt
en gehouden worden.
HB, (B), (2), hardy biennial,
Tweejarige plant.
Deze worden gezaaid in vanaf half mei tot half augustus
direct ter plekke of in een eigen potje buiten onbeschermd
in de koude bak of op een zaaibed. Zorgen dat het potje
niet vol kan regenen of uit kan drogen.
In het eerste jaar wordt de rozet – de plant gevormd en
in het jaar erop volgt de bloei.
Om in de eerste twee jaar verzekerd te zijn van bloei moet
die twee jaren achtereen gezaaid en uitgeplant worden. De
jaren erop zorgt de plant zelf voor de rest (zaait zichzelf
uit).
Voorbeelden van tweejarigen zijn:
Cheiranthus (muurbloem), Digitalis (vingerhoedskruid), Verbascum
(toorts), Lunaria (judaspennig), Bellis (madeliefje), Hesperis
matronalis (damastbloem), Dianthus barbatus (duizendschoon),
etc.
GB, glasshouse biennial, tweejarige
serre of kasplant.
Deze groep wordt binnen gezaaid, opgekweekt en gehouden.
HP, (P), (V), hardy perennial,
winterharde vaste plant.
Een kruidachtige, meestal bloeiende plant.
Zaaien vanaf februari (langkiemers) tot half maart binnenshuis
en vanaf maart in potjes in de koude bak. Zodra de zaden
ontkiemd zijn koeler zetten en eventueel verspenen. Als
de plantjes voldoende ontwikkeld zijn overplanten in een
potje met rijkere aarde of anders vloeibare plantenvoeding
in het gietwater toevoegen. Als de kluit voldoende beworteld
is uitplanten in de tuin. Ook kan direct na het rijpen of
in september-oktober gezaaid worden. Bloei is er dan meestal,
vaak, maar niet altijd in het voorjaar-zomer van het jaar
erop.
Zaaien in maart-april: bloei soms in hetzelfde jaar, maar
ook wel pas na 1 of 2 jaar. Vaak wordt net als bij de tweejarigen
een rozet of plant gevormd die het jaar erop bloeit. Anders
dan bij de tweejarigen sterft deze echter in het najaar
niet af, tenminste… niet helemaal, maar loopt in het voorjaar
weer uit. Al dan niet met enige bescherming. Hou bij het
opkweken van vaste planten dat de plant zich soms maar heel
geleidelijk aan ontwikkelt. Verwacht dus niet in alle gevallen
meteen een volwaardige plant.
Voorbeelden zijn:
Delphinium (ridderspoor), Aquilegia (Akelei), Papaver oriëntale
(oosterse papaver), etc.
HHP, half hardy perennial, vorstgevoelige
vaste plant.
Zaaien als eenjarige. Kiemplantjes voldoende bescherming
bieden in de winter. Gedurende de nachtvorstperiode
koel en licht opkweken en na eind mei, half juni buiten
uitplanten. Zodra de plant volledig ontwikkeld is, deze
zorg voortzetten: winterdek of vorstvrij wegzetten.
|