juni
Zaaien:
- Om te zien wat er zoal te zaaien is: zie de zaaikalender
voor de maand juni.
- Zelfs in juni kan er nog nachtvorst komen. Hou de
maanstand in de gaten (volle maan geeft helder weer
en kans op nachtvorst). Hou daarmee rekening bij de
vorstgevoelige planten. IJsheiligen (11-14 mei) is voor
de noordelijke provincies soms krap-aan. Ik blijf alert
tot de tweede week van juni.
- Tweejarige en vaste (vaste) planten:
De tweejarige en veel vaste planten kunnen nu ter plekke
of gecontroleerd in potjes worden gezaaid. Zie hiervoor
mijn informatie op de site (index a-z) en de diverse
zaaikalenders.
Zaden:
Maak je keuze wat je zelf aan tweejarige en vaste planten
op zou willen kweken. Veel van die zaden kun je in juni
gaan zaaien om ze vervolgens in het najaar in de tuin
uit te zetten.
- Vroege bloeiers zoals de akelei en sommige salvia's
hebben nu al gebloeid en hebben zaad gezet. Hou goed
de zaaddoosjes in de gaten zodat je ze als ze goed ingedroogd
zijn kunt oogsten of ze rond de plant uit te zaaien
om op die manier nieuwe planten te krijgen voor het
komende jaar.
Zaden oogsten:
Bij mij in de tuin zijn rond deze tijd zaden te oogsten
van de: anemone nemorosa (bosanemoon), pulmonaria (longkruid),
centaurea montana (bergkorenbloem), arabis (randjesbloem),
viola (de vroege soorten), armeria maritima (engels
gras), ….. Zo zullen er in jouw eigen tuin ook wel de
nodige soorten zijn die je straks met anderen uit kunt
wisselen.
Vermeerderen vegatief: stekken/delen
Van veel binnen overgehouden perk en potgoed (zaaibegonia;
verbena; balsemien; salvia en osteospermum) kunnen nu
stekken genomen worden.
- Klimplanten:
Nu de clematis uit gaat lopen kunnen ook daar stekjes
genomen worden waaruit nieuwe planten kunnen gaan groeien.
Ook kunnen klimplanten heel gemakkelijk afgelegd worden.
- Groenten en kruiden:
scheur bieslook en zet deze op een pot of in de groentetuin.
Knip er vaak van om de plant fris te houden; jonge scheuten
zijn naar mijn smaak het lekkerst.
Aardbeien vormen nu uitlopers. Als je dat wilt kun je
die afsnijden en weggooien of anders afleggen en er
nieuwe planten van opkweken.
- Bomen en struiken:
Hydrangea, Forsythia en Jasmijn lenen zich er goed voor
om de takken af te leggen.
Snijd kruidachtige stekken van heesters en steek 6 in
groeipoeder gestoken en 8-10 cm lange stekken rondom
in een pot. Snijd het onderste blad weg en halveer de
overige bladeren om verdamping tegen te gaan. Zet de
pot weg op een schaduwrijke plek; ongeveer na 6 tot
8 weken kunnen de stekken afzonderlijk opgepot worden.
- Bollen en Knollen:
Dahlia's vermeerderen door stekken te nemen wanneer
de scheut 8-10 cm. is. Stekpoeder gebruiken en onder
een plastic zak en een bij een temperatuur van 10-13
°C wortel laten zetten.
Ook kun je elke knol met een neus (groeipuntje) uitzetten
in de tuin. Daar krijg je weer een volwaardige plant
van.
Bollen of knollen die in de winter in de grond kunnen
blijven zitten zoals bijvoorbeeld de Montbretia (Crocosmia
x crocosmiiflora), sieruien (Allium), Anemone nemorosa
(bosanemoon), Crocussen, Irissen, Lelies, Blauwe Druifjes
(Muscari), Narcissen, Vogelmelk (Ornithogalum), Botanische
Tulpje en knolvormende vaste planten zoals bijvoorbeeld
de Phlomis tuberosa en de Naald van Cleopatra (Eremurus)
vermenigvuldigen zich in meer of mindere mate. Zodra
ze uitgebloeid zijn kunnen ze boven de grond worden
gehaald en de overtollige knollen over familie, vrienden
en geïnteresseerden worden verdeeld. Het restant weer
op de plaats van bestemming ingraven zodat ze de hele
zomer weer krachten op kunnen doen voor het volgende
groeiseizoen.
- Kruiden:
Marjolein, Rozemarijn, Salie, en Tijm zijn te stekken
Door 7,5 - 10 cm. lange stekken te nemen van de uitlopers
van het voorgaande jaar. Verwijder de onderste bladeren
van de stengel en maak met een scherp mens een snede
dwars door de stengel tot onder een knoop. Zet de stekken
langs de rand van een met zanderige grond gevulde pot.
- Perkgoed, potten en bakken:
Stek vorstgevoelige vaste planten zoals pelargonium
en fuchsia en kweek beschermd op. Denk aan kou, wind
en droogte.
Kweekkas of koude bak:
Zorg voor voldoende ventilatie op zonnige dagen. De
temperatuur kan enorm oplopen.
- Schaduw. Ik scherm mijn koude bak af met ramen waarop
ik wit plastic heb geplakt. Op die manier komt er toch
voldoende licht naar binnen, maar blijft het directe
zonlicht getemperd. Bevalt goed.
- Heb je geen maatregelen genomen, zorg dan evengoed
voor schaduw op zonnige dagen. Leg desnoods als de zon
brandend in je kas staat een paar kranten op de planten.
- Vocht. Hou als regel aan om 's morgens vòòr 10 uur
's en avonds na 19:00 uur te sproeien. Wil je toch overdag
water geven, giet dan altijd op de grond bij de plant;
maak eventueel een badje door een walletje rond de plant
te vormen. Giet met volle zon nooit op de plant zelf.
Bij voorkeer niet te koud water gebruiken.
- (Kas)Tomaten, paprika's en aubergines houden van
een regelmatige watergift en elke week voedsel met een
hoog kaligehalte (bijvoorbeeld NPK 7-14-28) om lekkere
goed ontwikkelde groente te krijgen.
Verwijder de dieven bij de tomatenplanten.
- Hard binnen of beschermd opgekweekte planten altijd
goed en rustig af door ze langzaam aan de buitentemperatuur
en de buitenomstandigheden te laten wennen.
Zieken en plagen:
Extra aandacht voor de taxuskever. Zodra je ziet dat
er hapjes uit de blaadjes van je zaailingen en jonge
plantjes genomen zijn, dan kun je in die richting denken.
Bestrijden met een middel op basis van pyrethrum.
- Pas op voor aardvlooien. Te herkennen als je tegen
potje of bakje tikt; ze springen dan op. Kleefband aanbrengen.
- Pas op voor witte vlieg. Lijmstroken aanbrengen
en zorgen voor voldoende ventilatie.
- Kweek zodra het weer het toe laat de jonge zaailingen
op een koele plek (eventueel buiten) verder op.
- Verpot jonge opgekweekte planten pas als de worteltjes
tot aan de potrand komen.
Snoeien:
Fruitbomen en -struiken:
De snoei voor fruitbomen is in de rustperiode: november
- februari.
- Bomen en struiken: Na de bloei bladverliezende heesters
snoeien die op het eenjarige hout bloeien en die een
houtig gestel vormen. Voorbeelden zijn Forsythia, Deutzia,
Ribes, Philidelphus (jasmijn), Kerria, Cytisus (Brem),
Spirea japonica (spierstruik), Weigela. De scheuten
die er vervolgens aan de struik gevormd worden zullen
volgend jaar bloeien.
Spirea japonica (spierstruik), Rhus typhina (fluweelboom)
en Arália elata (duivelswandelstok of Engelenboom) en
Kerria japonica (ranonkelstruik):
Al deze struiken hebben de gewoonte veel wortelopslag
te maken. De struik rondom afsteken en de grond buiten
deze cirkel losmaken. De wortelopslag met een riek verwijderen
of met de hand verwijderen.
Seringen: Als de bloei voorbij is de uitgebloeide
bloemtrossen verwijderen, zodat alle kracht naar de
nieuw te vormen scheuten zal gaan.
Buxus:Snoeien vòòr de langste dag (21 juni).
Bemesten:
Buxussen: Een laatste gift koemest- of kippenmestkorrels,
bloed- en/of beendermeel voor de struik de winter ingaat.
Hierna niet meer bemesten.
- Borders: Bewerken met compost en tussen de planten
een dikke laag mulch aanbrengen.
- Fruit: Alle fruitsoorten bemesten met kalkrijke
meststof (kalium); daarna goed water geven.
- Groenten: Stalmest tussen de planten.
- Potten en bakken: Langzaamwerkende mestkorrels strooien.
- Rozen: maandelijks bijmesten tot half juli.
- Gazon: Grasmat maandelijks bijmesten (wanneer regen
wordt verwacht)
Voor een mooi groen gazon kieseriet strooien.
Vaste planten borders:
Schoffelen met zonnig weer; wieden met bewolkt en regenachtig
weer.
- Steun de riddersporen zodra die gaan bloeien.
- Planten van de familie van de compositae (met een
bloeiwijze zoals die van de grote rudbeckia's, zonnekruid,
herfstasters, phlox, guldenroede, etc. kunnen in hun
groei getemperd worden door als de plant ongeveer 1/4
van zijn te verwachten hoogte heeft bereikt er de hoofdscheuten
af te knippen. Vele planten vertakken daarop en worden
steviger en bloeien rijker. Het scheelt ongeveer 1/4
in hoogte.
- Sterk uitgroeiende planten dunnen Door in het centrum
scheuten weg te nemen. De overblijvende stengels worden
krachtiger en bloeien rijker. /li>
- Koester de opgekweekte plantjes die je in de tuin
uit zet door ze in een zgn. badje te zetten. Vorm om
de plant een richel en giet het 'badje' dat op die manier
ontstaat vol met water. Ook goed als herkenningspunt
voor de toch nog vaak kleine plantjes die je maar o
zo gemakkelijk over het hoofd ziet.
- De Helleborus is nu behoorlijk op zijn retour. Verwijder
de oude bladeren en bloemstengels Al snel zal zich een
nieuwe frisse plant vormen.
- Zodra de oosterse papavers (Papaver orientale )
uitgebloeid is en zijn blad lelijk begint te worden
kun je hem afknippen tot aan de grond. Hij begint dan
weer uit te lopen en met een beetje geluk volgt een
tweede bloei. Wil je zaad bewaren van de plant, dan
moet je 1 of meerdere stengels aan de plant laten zitten
en wachten tot de zaaddoos begint te verkleuren van
groen naar geelbruin. Dan kunnen ze afgeknipt worden
en ik bewaar ze vervolgens in een papieren boterhamzakje
(nog te koop bij de Action).
- Ook de hoge ooievaarsbekken (geranium pratense)
knappen er enorm van op als je ze - zodra ze uiteen
beginnen te vallen - tot aan de grond terugknipt. Doe
dit als de bloei een beetje terug begint te lopen. De
plant gaat vervolgens weer snel uitlopen en bijna zeker
volgt er later in het jaar een tweede bloei aan een
wat nettere plant.
- Indien nodig rijshout of andere plantensteunen rondom
vaste plantengroepen plaatsen.
- Voor zover dat nog niet eerder dit seizoen is gebeurd
bemesten met verteerde stalmest of tussen de planten
een mulchlaag aanbrengen.
- Nieuwe planten planten en het plantgat vullen met
half potgrond en half bestaande (tuin)grond. Mulchlaag
rond de plant aanbrengen en in tijd van droogte de plant
goed controleren.
- Breng plantensteunen aan bij planten met slappe
stengels of planten die geen steun van buurplanten heeft.
Ziekten en plagen
Slakkevraat: hosta, Ligularia, (jonge) delphinium, salvia,
afrikaantje en zo kun je er vast ook zelf nog wel een
paar verzinnen. Vooral op het jonge frisse blad hebben
ze het voorzien.
- Rozen: Luis, sterreroetdauw/roetdauw en valse meeldauw.
Oorzaken zijn vaak te vinden in het te droog en te dicht
opeen staan (valse meeldauw) of juist te nat en door
het aanwezig zijn van luizen (sterreroetdauw/roetdauw).
Gravertjes: Woelmuizen, te herkennen aan ronde holen
met een doorsnede van ongeveer 5 cm en dan natuurlijk
de andere plaag die je tuin ondergraven kan:
de mol.
Eenjarigen en perkgoed:
We staan nog maar aan het begin van het seizoen en dus
is er momenteel genoeg perkgoed te koop bij de kwekerijen
en de tuincentra.
- Naast het kopen kun je er ook zelf nog zaaien. Sla
er mijn 'zaaikalender eenjarigen' maar even op na. Als
je daarna ook nog zaadjes wilt hebben dan heb ik er
daarvan genoeg staan op mijn zadenlijst.
- Plant eerder gezaaide eenjarigen en perkgoed uit
in de bloemen- of vaste plantenborder. Maak een richel
rondom de groep waardoor je het plantgebied onder water
kunt laten lopen (een soort van badje). Zo geef je ze
de eerste reserve in wellicht droge dagen mee. Wordt
er voldoende vochtigheid verwacht dan kun je dat uiteraard
achterwege laten. We zitten tenslotte niet om werk verlegen
nietwaar!?
Rotsplanten:
Voor zover dat nog niet eerder is gebeurd rozetvormende
planten zoals sedum en saxifraga rondom een rand van
goede potgrond geven en maak een mengsel van fijne grond,
zand, turfmolm en kunstmest en werk dat tussen de groene
rozetten van sedum en steenbreek.
- Knip met een schaar de uitgebloeide stengeltjes
weg van de sedum, saxifraga en andere kleine rotsplanten.
Bomen en struiken:
Alleen als daar erge noodzaak toe is wintergroene heesters,
coniferen en/of hagen (ver)planten. Bij verplanten zorgen
dat de wortelkluit voldoende groot is en zo weinig mogelijk
wordt verstoord. Daarna goed water blijven geven en
de struik regelmatig besproeien. Mulchlaag bij de voet
aanbrengen om verdamping van het water tegen te gaan.
- Als dat nog niet in mei is gebeurd Buxus bemesten
met een gift koemestkorrels en compost. Bij buxus in
de pot dit elke twee maanden herhalen. Eventueel bij
zure grond een extra kalkgift.
- Heesters snoeien die op het eenjarige hout bloeien.
- Halfheesters voorzichtig terugknippen tot boven
het oude hout; snoeisel als stek gebruiken.
- Voor zover dat nog niet in mei is gebeurd winterheide
bemesten met stikstofrijke meststof.
- Verwijder de uitgebloeide bloemschermen van de sering
en rododendrons. Alle kracht kan dan naar de struik
gaan i.p.v. naar de zaden. Altijd direct onder de bloemscherm
afknippen om de nieuwe groeischeuten van het volgende
jaar niet te beschadigen of te verwijderen.
Rozen:
Plagen en gedierte:
Controleer op bladluis. Eventueel spuiten met een mengsel
van zeep/spiritus/water. Niet in de zon spuiten, beste
kun je dat 's avonds doen. Dan hebben ook de nuttige
insecten er minder van te lijden. Controleer op gekrulde
bladeren. Dit is door de bladroller rups of de grijsgroene
larve van de zaadwesp. Blad wegknijpen en vernietigen.
- Ook rozen kun je stimuleren tot het geven van grotere
bloemen. Haal dan bij de clusters nieuwe knoppen er
een aantal weg. Alle kracht kan daarna naar de overgebleven
knop(pen) gaan en dat levert grotere bloemen. Die kun
je dan mooi in een boeket of schaaltje gebruiken.
- RRozen maandelijks bijmesten tot half juli.
- Hou de klimrozen in de gaten en bind ze zo nodig
aan.
Terras:
Als dat vorige maand nog niet is gebeurd, dan kunnen
nu mooi hanging baskets ingericht worden. Er is voldoende
materiaal bij de tuincentra (of misschien bij je eigen
kweekgoed) aanwezig.
- Controleren waar mieren het terras ondergraven hebben.
Maatregelen nemen door er mierenpoeder bij te strooien.
/li>
- Kunststofflessen verzamelen om bijen en vliegen
lokkers van te maken. Ook die tijd zit er weer aan te
komen.
Kuipplanten en potten en bakken
Bij buxus in de pot dit elke twee maanden een gift koemestkorrels.
- Potplanten geregeld bijmesten tijdens groeiseizoen
- Hanging-baskets.
Gazon:
Voor zover dat vorige maand niet is gebeurd de graskantjes
afsteken. Vervolgens bijhouden met een gazontrimmer
of iets dergelijks. Natuurlijk ga ik hierbij uit dat
jullie net als wij het nodige aan graskantjes te steken
hebben en dat je ook van een net gazon houdt.
- Maaien op maximale stand 1,5 cm en bij voorkeur
in niet te droge periodes. Wordt er weinig regen verwacht
en veel zon, dan is het beter je gras wat hoger te houden.
Bollen en knollen:
Dahlia's:
In de tweede week van mei en in koudere delen van Nederland
tot in de eerste week van juni kunnen de uitgelopen
dahlia's in de tuin uitgeplant worden. Doe dat 70-90
cm uit elkaar, al naar gelang de hoogte van de plant.
Verbeter het plantgat door er 2-3 handen natte turfmolm
Door te verwerken; bij droog weer begieten. Pas op met
nachtvorst. Bij twijfel op de planten vliesdoek of kranten
leggen die je de volgende ochtend weer weghaalt.
- Lelies:
Plant leliebollen. Lelies kun je in de grond laten zitten;
met een beetje geluk worden de groepen steeds groter.
- Allium - Sierui:
Alliums zullen nu volop in bloei staan. Ze kunnen na
de bloei zonder problemen in de tuin blijven staan.
De bloemschermen zijn mooi te verwerken in een boeket.
Laat je deze echter in de tuin staan, dan vormen zich
er mooie zaadschermen. Ook deze zijn mooi in boeketten
te verwerken of te oogsten als je zaadjes uit wilt wisselen.
- Frittilaria imperialis - Keizerskroon / Stinklelie:
Kunnen na de bloei gewoon op de plek blijven staan.
Haal de bloemkroon weg om zaadvorming tegen te gaan.
Tenzij je het zaad in een later stadium wilt oogsten.
Dan laat je het eraan zitten. /li>
- Narcissen en tulpen:
LLoof van uitgebloeide bollen rustig laten afsterven.
Uitgebloeide knoppen afknijpen om zaadvorming tegen
te gaan.
- Canna's:
Zodra het loof 10 cm aan de plant staat en de temperatuur
buiten voldoende warm is, kunnen ze beschermd in de
tuin uitgezet worden. Planten in rijke potgrond. Bij
dreiging van nachtvorst de plant bedekken met vliesdoek
of met krantenpapier dat je de ochtend erop weer weghaalt.
- Oxalis - Sierklaver:
Planten en voldoende voeding geven.
- Als de uitgebloeide narcissen, tulpen en hyacinten
je een doorn in het oog zijn, maar je ze toch wel graag
een volgend jaar wilt gebruiken, knijp dan tijdig de
bloemknop af en spit een geul ergens op de tuin achteraf
waarin je de uitgebloeide bloembollen af laat sterven.
Duidelijke markering aanbrengen en ze rooien als het
blad droog en verdort is. Opslaan in een netje en in
een goed geventileerde ruimte ophangen. In het najaar
weer uitplanten.
Ziekten en plagen:
Pas op voor het leliehaantje. Dit is een roodoranje
kevertje dat de bladeren, knoppen en later de hele lelie
aantast door er eieren op te leggen (onderaan de bladeren
een rode streep van eitjes) waaruit zich larven ontwikkelen.
Onze mooie lelies vormen hun voedsel en mooier worden
ze er zeer zeker niet op. Heb je maar weinig lelies
staan dan kun je volstaan met ze tijdig (al in april)
weg te vangen en te controleren op ritsen rode eitjes
aan de onderzijde van de bladeren en knoppen. Alternatief
is Pyrethrum Spray van Bayer. Wij hebben daar goede
ervaring mee. Let op holletjes van woelmuizen rond je
krokusgroepen. Meer dan de helft wordt bij mij weg gegeten.
Moestuin
Poot jonge groenteplanten
- Onkruid schoffelen.
- Wij zaaien niet zelf sla, maar kopen elke 4-6 weken
enkele nieuwe plantjes die we in een potje opkweken
en in de tuin uitzetten. Na het oogsten van deze kroppen
herhaalt zich dit.
- Aardappels. We hebben dit jaar al vroeg (rond midden
april) onder andere franse 'Pompadour' aardappels gepoot
en denken dat we die eind van de maand wel zullen kunnen
oogsten.
- Gezaaide en opgekweekte tomaten en paprikaplanten
kunnen nu in de tuin uitgezet worden. Heb je gekozen
voor cherrytomaatjes of een kleine soort paprika's of
pepers dan kun je ook heel leuk een plant op een grote
pot op het terras zetten.
- Pompoenen en sierkalebassen. Plant de opgekweekte
planten uit (plantafstand 50-60 cm) of zaai ze direct
ter plekke.
Beschermen:
Jonge koolplanten zijn een zeer favoriet maaltje voor
de houtduiven en vlak ook als je die in de omgeving
hebt de hazen en konijnen niet uit! Ook komen rond deze
tijd de rupsen van het koolwitje uit. De kleine gele
eitjes zitten in groepjes en als je niet fijngevoelig
bent, dan kun je ze het best fijnknijpen en anders wegsproeien
met een milieuvriendelijk middeltje dat bij de welkoop
of zo te koop is.
Sla is favoriet onder de mussen en ook slakken gaan
er geen straatje voor om.
Wij hebben een soort van tunneltjes gemaakt van mollengaas.
Ik heb op mijn site onder
'tips en trucs' een foto geplaatst. Wie weet brengt
het je op ideeën.
Fruittuin:
Om de fruitmot tegen te gaan is tegenwoordig een middeltje
in de handel - feromoon - dat in een bakje in een val
geplaatst wordt en op die manier fruitmotten aantrekt
en het leggen van eitjes op appels voor een groot deel
tegen gaat. Op
deze link wordt het een en ander uitgelegd.
- Vruchtbomen controleren op vocht. Het voorjaar kan
erg droog zijn.
- Indien nodig takken van jonge fruitbomen voorzichtig
uitbuigen.
- Rabarber kan tot eind juni geoogst worden, maar
de jonge stengels zijn uiteraard het lekkerst. Om de
groei van nieuwe stengels te stimuleren de bloeiwijze
uit de plant halen
- Aardbeien: de vroege soorten kunnen nu geoogst worden.
Inspecteer de strolaag of die nog voldoende bescherming
biedt. Wees alert op grauwe schimmelziekte. Vooral in
natte perioden. Aangetaste vruchten verwijderen. Niet
op de composthoop gooien i.v.m. verspreiding. Aardbeien
vormen nu uitlopers. Als je dat wilt kun je die afsnijden
en weggooien of anders afleggen en er nieuwe planten
van opkweken.
- Pruimen: dun de pruimenbomen door aangetaste pruimen
af te knijpen (te herkennen aan een zwart stipje op
de pruim; breek je zo'n jong pruimpje open, dan zul
je zien dat daar een larve in zit; weg ermee dus!).
Eind juni kun je nog eens kijken of er niet teveel pruimen
aan één cluster zitten en het overschot eventueel verwijderen.
Doe je dat niet dan kunnen de takken onder het gewicht
van de vele pruimen bezwijken.
- Appels en peren. Aan het eind van de maand kunnen
die gedund worden voor zover dat nog niet op natuurlijke
wijze is gebeurd. Vaak is het voldoende om een cluster
aan te raken om kwetsbare slecht ontwikkelde appeltjes
of peertjes los te laten gaan. Gaat dat niet zo simpel
dan zoveel van de cluster afhalen dat de overblijvende
peren of appels voldoende kunnen ontwikkelen zonder
de andere in de weg te zitten. Deze methode levert groter
en beter ontwikkeld fruit op.
Vijver:
Vissen matig voeren: teveel niet snel opgegeten voedsel
stimuleert algengroei. Voer zoveel dat de vissen gretig
blijven en ze het voedsel binnen enkele minuten op hebben
gegeten.
|