april
Zaaien
- Zie de zaaikalender voor
de maand april. Ik heb een uitsplitsing gedaan van
zaden die in de volle grond (ter plekke) gezaaid
kunnen worden. Handig voor diegenen die dat gepruts
met die potjes maar niks vinden.
- Hou vorstgevoelige planten
onder glas en zet ze pas in de tuin uit rond ijsheiligen
(11-14 mei).
-
Winterharde
eenjarigen (HHA).
Zodra de grond goed opgewarmd is kun je
Winterharde
eenjarigen (HHA) zoals bijvoorbeeld. eenjarige
riddersporen, cosmea, juffertje in 't groen, anoda,
etc., gaan zaaien. Bewerk de grond goed voor en
maak patronen voor mooie kleuren combinaties.
Plant opgekweekte
Winterharde
eenjarigen uit. Hard ze wel eerst af als ze
beschermd zijn opgekweekt.
- Halfwinterharde perkplanten:
Zaai halfwinterharde perkplanten zoals afrikaantjes,
zaaibegonia, balsemien, ....,
- Eenjarige klimplanten:
Een laatste kans om lathyrus te zaaien. Zaai ze
in groepjes van drie stuks bijeen bij een steun
zoals bijvoorbeeld een wigwam van tonkinstokken
of zo. Week ze eerst voor.
Zaai eenjarige klimplanten zoals de winde, de oost-indische-kers,
kanariekers, klokwinde, ...,
- Grassen en rietsoorten:
zaai de eenjarige soorten zoals bijvoorbeeld hazestaartje
(Lagurus ovatus)
- Kruiden:
winterharde kruiden zoals kervel, bieslook, dille,
venkel, marjolein, koriander en peterselie zaaien.
- Halfwinterharde en
Winterharde
eenjarigen:
Hard binnen gezaaide eenjarigen af.
- Groenten:
Zaaibed klaarmaken voor wintergroente zoals spruitkool,
winterbloemkool en boerenkool.
Zaai binnen sla, kool, bloemkool, tomaten en selderij.
Binnen gezaaide groenten afharden.
Ter plekke zaaien: sla, andijvie, radijs, ui, erwten,
tuinbonen, spinazie, kool, knolraap en bietjes.
Zaden
- Je kunt je nu alweer een
beetje gaan richten op je keuze aan vaste planten
zaden en tweejarigen. Veel van die zaden kun je
in mei-juni gaan zaaien.
Vermeerderen vegatief: stekken/delen
- Eenjarigen:
Van veel binnen overgehouden perk en potgoed (zaaibegonia;
verbena; balsemien; salvia en osteospermum) kunnen
nu stekken genomen worden.
- Klimplanten:
Nu de clematis uit gaat lopen kunnen ook daar stekjes
genomen worden waaruit nieuwe planten kunnen gaan
groeien.
- vaste planten:
Herfstbloeiende vaste planten (ver)planten en delen.
Vermeerder planten met grondscheuten als die 8-10
cm. zijn. (Achillea, Anthmis, Delphi9nium, Gypsophila,
Lupine, ...).
Geschikt om te vermeerderen als stek met wortel
zijn: aster, campanula, lupine, chrysanthemum, sedum.
- Groenten en kruiden:
scheur bieslook
- Bomen en struiken:
Hydrangea, Forsythia en Jasmijn lenen zich er goed
voor om de takken af te leggen.
- Bollen en Knollen:
Dahlia's vermeerderen door stekken wanneer de scheut
8-10 cm. is. Stekpoeder gebruiken en onder een plastic
zak en een bij een temperatuur van 10-13°C wortel
laten zetten.
Ook kun je elke knol waar zich een neus (groeipuntje)
op bevindt uitzetten in de tuin.
Kweekkas of koude bak
- Zorg voor voldoende ventillatie
op zonnige dagen.
- Zorg voor schaduw op zonnige
dagen.
- Sproei in de vooravond.
- Zieken en plagen:
Pas op voor de taxuskever.
Info:
Pas op voor aardvlooien. Te herkennen als je tegen
potje of bakje tikt; ze springen dan op. Kleefband
aanbrengen.
Pas op voor witte vlieg. Lijmstroken aanbrengen
en zorgen voor voldoende ventilatie.
Info:
- Kweek zodra het weer het
toe laat de jonge zaailingen op een koele plek (eventueel
buiten) verder op.
- Verpot jonge opgekweekte
planten pas als de worteltjes tot aan de potrand
komen.
info
- Hard binnen of beschermd
opgekweekte planten altijd goed en rustig af door
ze langzaam aan de buitentemperatuur en de buitenomstandigheden
te laten wennen.
- Stek vorstgevoelige vaste
planten zoals pelargonium en fuchsia en kweek beschermd
op.
Snoeien
- Fruitbomen en -struiken:
Bij frambozen oude scheuten van vorig jaar tot aan
de grond snoeien; nieuwe scheuten aanbinden.
Snoei Kruisbessen.
- Bomen en struiken:
Vroegbloeiende struiken na de bloei snoeien.
Heesters snoeien die op het eenjarige hout bloeien.
De kroon van bol gesnoeide bomen zoals de acacia
en de catalpa tot op 20 cm terugsnoeien.
Halfheesters voorzichtig terugknippen tot boven
het oude hout; snoeisel als stek gebruiken.
Wilg en Cornus (soorten met rood hout) tot aan 5
cm van de stam snoeien.
Vlinderstruik tot kort op de stam snoeien.
Santolina (heiligenbloem) fors (bijna tot op de
grond) terugsnoeien
- Klimplanten:
Laatbloeiende (na juni) clematis nu tot aan de grond
snoeien.
Snoei Kamperfoelie, Klimroos (als dat niet in september
is gebeurd), Klimop en Jasmijn.
Bemesten
- Buxussen:
Extra bemest met een gift koemestkorrels en compost.
Bij buxus in de pot dit elke twee maanden herhalen.
Eventueel bij zure grond een extra kalkgift.
- Borders:
Bewerken met compost en tussen de planten een dikke
laag mulch aanbrengen.
- Fruit:
Alle fruitsoorten bemesten met kalkrijke meststof
(kalium); daarna goed water geven.
- Groenten:
Stalmest tussen de planten.
- Potten en bakken:
Langzaamwerkende mestkorrels strooien.
- Rozen:
maandelijks bijmesten tot half juli.
- Gazon:
Grasmat maandelijks bijmesten (wanneer regen wordt
verwacht)
Bloemen border (eenjarigen)
Vaste planten borders
- Indien nodig rijshout of
andere plantensteunen rondom vaste plantengroepen
plaatsen
Oud blad van siergrassen en varens wegknippen.
- Oude plantdelen afknippen.
- Bemesten met verteerde stalmest
of tussen de planten een mulchlaag aanbrengen.
- Deel grote pollen vaste
planten, waarbij het hart dood is. Zet de jonge
plantdelen aan de rand van de plant opnieuw uit.
Het middengedeelte kan op de composthoop verdwijnen.
- Vermeerder planten met grondscheuten
als die 8-10 cm. zijn. (Achillea, Anthemis, Delphinium,
Gypsophila, Lupine, ...)
- Geschikt om te vermeerderen
als stek met wortel zijn: aster, campanula, lupine,
chrysanthemum, sedum.
- Nieuwe planten planten en
het plantgat vullen met half potgrond en half bestaande
(tuin)grond. Mulchlaag rond de plant aanbrengen.
- Breng plantensteunen aan
bij planten met slappe stengels of planten die geen
steun van buurplanten heeft.
- Ziekten en plagen:
Pas op voor slakkenvraat bij hosta, delphinium,
Ligularia, salvia, en zo kun je er vast ook zelf
nog wel een paar verzinnen.
Luis en valse meeldauw bij rozen. Vaak staan deze
te droog of staan ze te dicht opeen.
Woelmuizen. Te herkennen aan ronde holen met een
doorsnede van ongeveer 5 cm.
Bomen en struiken
- Wintergroene heesters, coniferen
en/of hagen (ver)planten bij vorstvrij weer. Bij
verplanten zorgen dat de wortelkluit voldoende groot
is en zo weinig mogelijk wordt verstoord.
- April is de laatste maand
om bomen, heesters en hagen met kale wortels te
planten.
- Breng op een regenachtige
dag waarbij de grond voldoende nat is een mulchlaag
aan van goed verteerde stalmest; champost.
- Buxussen bemesten met een
gift koemestkorrels en compost. Bij buxus in de
pot dit elke twee maanden herhalen. Eventueel bij
zure grond een extra kalkgift.
- Heesters snoeien die op
het eenjarige hout bloeien.
- De kroon van bol acacia
en bol catalpa tot op 20 cm terugsnoeien.
- Halfheesters voorzichtig
terugknippen tot boven het oude hout; snoeisel als
stek gebruiken.
- Winterheide bemesten met
stikstofrijke meststof.
Rozen
- Nieuwe rozen planten. Eerst
12 uur in het water laten weken. Wortels eventueel
inkorten.
- Snoeien:
Struik- en theerozen inkorten tot 1/3 van de plant.
Naar binnen groeiende takken verwijderen.
Kruisingsgroeiende takken verwijderen.
Klimrozen indien gewenst en indien dit nog niet
in september gebeurd is.
Haal dood en ziek hout uit struiken.
Bemesten:
Breng rond de plant een dikke laag verteerde stalmest
en dek deze af met stro of een andere mulchlaag.
- Plagen en gedierte:
Controleer op mineerrups. Te herkennen aan slingertjes
op het blad. Bladeren verwijderen en vernietigen.
Controleer op echte meeldauw (te herkennen aan een
witte laag op de knoppen) of valse meeldauw (grijswitte
laag aan de onderzijde van de bladeren).
- Wilde takken van de rozen
verwijderen.
- Rozen maandelijks bijmesten
tot half juli.
Terras
- Bloempotten schoonmaken.
- Materiaal aanschaffen voor
hanging-baskets.
- Controleren waar mieren
het terras ondergraven hebben. Maatregelen nemen
voor de komende zomer.
- Kunststofflessen verzamelen
om bijen en vliegen lokkers van te maken.
- Sfeermateriaal vernieuwen.
- Sfeersetjes zoals een metalen
tafeltje en stoeltjes opnieuw een laagje verf geven.
- Hardhouten tuinbanken en
tuinsets onder handen nemen en van een nieuwe laag
olie voorzien.
Kuipplanten
- Bij buxus in de pot dit
elke twee maanden een gift koemestkorrels.
- Potplanten geregeld bijmesten
tijdens groeiseizoen of langzaam werkende mestkorrels
gebruiken.
- Overgehouden kuipplanten
zoals oleander, brugmansia, lantana, solana, etc.,
eventueel terugsnoeien.
Info
Gazon
- Gras gaat goed groeien als
het 's nachts 10°C is; dus maatregelen nemen (maaigereedschap
in orde brengen).
- Daar waar nodig grasranden
scherp afsteken en voldoende vrije ruimte maken
tussen border en gazon.
Bij mij is dat ongeveer 30 cm en wij steken twee
keer per seizoen af.
- Indien nodig verticuteren
(mos verwijderen). Pas wel op dat je het niet over
de grasmat verspreid en daarmee gezond gras besmet.
- Gras maaien zodra er weer
groei in zit.
- Daar waar nodig de slechte
plekken uitkrabben en opnieuw inzaaien. Eventueel
nieuwe zoden leggen.
- Zodra het gras goed gaat
groeien (constante temperatuur) het gras bemesten.
- Grasmat maandelijks bijmesten
(wanneer regen wordt verwacht).
Bollen en knollen
- Narcissen en tulpen:
Loof van uitgebloeide bollen rustig laten afsterven.
Uitgebloeide knoppen afknijpen om zaadvorming tegen
te gaan.
- Dahlia's:
Zodra opgeslagen dahlia's de neuzen laten zien uit
de opslag halen en zich in het licht verder laten
ontwikkelen.
- Canna's:
Zodra bij de opgeslagen canna's neuzen (groeipunten)
te zien zijn kunnen ze in het licht verder ontwikkelen.
Zodra het loof 10 cm aan de plant staat en de temperatuur
buiten voldoende warm is, kunnen ze beschermd in
de tuin uitgezet worden.
- Zomerbloeiende bollen planten.
Tigridia (Tijgerbloem), Gladiool, Eucomis (Ananasplant),
Moestuin
- Poot vroege aardappelen;
pas op met vorst (afdekken met vliesdoek)
- Poot jonge groenteplanten;
pas op met vorst (afdekken met bijvoorbeeld vliesdoek).
- Onkruid schoffelen.
- Wintergroenten oogsten.
- Zaaibed klaarmaken voor
wintergroenten zoals spruiten, winterbloemkool en
boerenkool.
- Geulen spitten voor pronkbonen.
- Stalmest tussen de planten
als bemesting.
Fruittuin
- Plant de laatste fruitbomen
en struiken.
- Kweek eventueel aardbeien
binnen op of dek ze af om vroege bloei te stimuleren.
- Bij vorst kleine bomen van
de perzik; nectarine, kers, druif en kiwi beschermen
door er vliesdoek o.i.d. overheen te gooien.
- Vruchtbomen controleren
op vocht. Het voorjaar kan erg droog zijn.
- Indien nodig takken van
jonge fruitbomen voorzichtig uitbuigen.
- Soms kan het bij vroege
bloei nodig zijn om de perzik, nectarine en kers
handmatig te bestuiven. Er zijn dan nog niet zoveel
hommels, vlinders en bijen die ze bezoeken.
- Bemesten:
Alle fruitsoorten met kalkrijke meststof (kalium)
bemesten; daarna goed water geven.
- Beschermen:
Bespuit peren tegen perengalmug met een stof op
basis van pyrethrum.
Bespuit appels en peren tegen schurft; bloemknoppen
moeten nog stijf gesloten zijn; tweede spuitbeurt
na circa 3 weken.
- Snoeien:
Bij frambozen oude scheuten van vorig jaar tot aan
de grond snoeien; nieuwe scheuten aanbinden.
Kruisbessen.
Vijver
- Vijver schoonmaken door
afgevallen blad uit de vijver te scheppen (voor
zover dat al niet eerder is gebeurd).
- Oud blad van moerasplanten
afsnijden.
- Eventueel moeras opnieuw
indelen: verwilderde planten uitdunnen.
- Vissen matig voeren: teveel
ongegeten voedsel = algengroei.
- Mandjes van de onderwaterplanten
zoals lelies, watergentiaan en fonteinkruid controleren
of er nog voldoende vijveraarde of substraat in
zit. Anders aanvullen.
-
Zonodig zuurstofplanten in vijver aanvullen.
|