augustus
(dit is de klussenkalender
van juli, in afwachting van die van augustus. Veel taken
overlappen elkaar. Ik hoop hem z.s.m. in orde te hebben)
Zaaien:
- zie de zaaikalender voor
de maand augustus
- Kijk ook eens naar de zaaikalender
voor Winterharde
eenjarigen. Veel daarvan kunnen nog in deze
maand worden gezaaid. Schiet wel op, want het is
de laatste kans om dit jaar nog bloei daarvan te
hebben.
- Halfwinterharde en
Winterharde
eenjarigen:
Hard binnen gezaaide eenjarigen af. Ze kunnen daarna
goed in de tuin uitgezet worden. Nu begint echter
de kwetsbare periode van droogte. Denk eraan om
de plantjes tijdig en voldoende water te geven.
- Tweejarigen en veel vaste
planten kunnen nu ter plekke of gecontroleerd in
potjes worden gezaaid. Zie hiervoor mijn informatie
op de site en de diverse zaaikalenders.
Zaden:
- Je kunt je nu alweer een
beetje gaan richten op je keuze aan vaste planten
zaden en tweejarigen. Veel van die zaden kun je
in juli gaan zaaien.
- Vroeg bloeiende planten
zoals de akelei en sommige salvia's hebben nu al
gebloeid en hebben zaad gezet. Hou goed de zaaddoosjes
in de gaten zodat je ze als ze goed ingedroogd zijn
kunt oogsten.
Zaden oogsten:
- Veel zaden zullen nu aan
het rijpen zijn of zelfs uitgerijpt zijn. Eind van
de maand zul je al het een en ander kunnen oogsten.
Hoe je dat doet kun je lezen bij 'Oogsten en bewaren
van zaden'.
Vermeerderen vegatief: stekken/delen:
- Klimplanten
Ga door met het afleggen van klimplanten (clematis,
hedera, lonicera (kamperfoelie), … ); een heel gemakkelijke
methode om te vermeerderen.
Stekken kan natuurlijk ook. Veel mensen doen dat
liever. Bij veel klimplanten (bijvoorbeeld clematis)
kan dat nu.
- vaste planten
Neem stekken van jonge gezonde - niet bloeiende
- scheuten van de Dianthus plumarius (grasanjer)
en steek ze na ze in de stekpoeder te hebben gedoopt
rondom in een pot en zet deze in de schaduw. Na
ongeveer een week of 4 zullen de stekken beworteld
zijn en kun je ze in afzonderlijke potten oppotten.
Geschikt om te vermeerderen als stek met wortel
zijn: aster, campanula, lupine, chrysanthemum, sedum.
- Groenten en kruiden
Aardbeien vormen nu uitlopers. Als je dat wilt kun
je die afsnijden en weggooien of anders afleggen
en er nieuwe planten van opkweken.
- Bomen en struiken
hydrangea (hortensia), forsythia, escallonia, aucuba,
weigela, philadelphus (jasmijn), … lenen zich er
goed voor om de takken af te leggen.
Ook hier kan gestekt worden; snijd halfhoutige stekken
van struiken als: hydrangea, (blaas)spirea, cotoneaster,
philadelphus (jasmijn), pyracantha, brem, berberis,
vaccinium (amerikaanse bosbes), escallonia, groenblijvende
azalea, sambucus (vlier). Ook de conifeer is op
deze manier goed te vermeerderen.
Bollen en Knollen:
- De narcissen zullen nu inmiddels
wel al hun blad kwijt zijn en je kunt ze of rooien
of laten zitten en markeren (stokje erbij zetten)
- Irissen. Het is nu tijd
om groepen irissen met rizomen te verjongen. Neem
daartoe de jonge scheuten aan de buitenzijde van
de plant en plant die opnieuw uit.
- Bollen of knollen die in
de winter in de grond kunnen blijven zitten zoals
bijvoorbeeld de Montbretia (Crocosmia x crocosmiiflora),
sieruien (Allium), Anemone nemorosa (bosanemoon),
Crocussen, Irissen, Lelies, Blauwe Druifjes (Muscari),
Narcissen, Vogelmelk (Ornithogalum), Botanische
Tulpje en knolvormende vaste planten zoals bijvoorbeeld
de Phlomis tuberosa en de Naald van Cleopatra (Eremurus)
vermenigvuldigen zich in meer of mindere mate. Zodra
ze uitgebloeid zijn kunnen ze boven de grond worden
gehaald en de overtollige knollen over familie,
vrienden en geïnteresseerden worden verdeeld. Het
restant weer ter plekke ingraven zodat ze de hele
zomer weer krachten op kunnen doen voor het volgende
groeiseizoen.
Kweekkas of koude bak:
- Zorg voor voldoende ventilatie
op zonnige dagen. De temperatuur kan enorm oplopen.
- Schaduw:
Zorg voor schaduw op zonnige dagen. Leg desnoods
als de zon brandend in je kas staat een paar kranten
op de planten.
Ik scherm mijn koude bak af met ramen waarop ik
wit plastic heb geplakt. Op die manier komt er toch
voldoende licht naar binnen, maar blijft het directe
zonlicht getemperd.
- Sproeien:
Hou als regel aan om 's morgens vòòr 10 uur 's en
avonds na 19:00 uur 's. Wil je toch overdag water
geven, giet dan altijd op de bodem en nooit op de
plant zelf. Als het kan niet te koud water gebruiken.
- Zieken en plagen:
- de taxuskever
- aardvlooien. Te herkennen
als je tegen potje of bakje tikt; ze springen dan
op. Kleefband aanbrengen.
- witte vlieg. Lijmstroken
aanbrengen en zorgen voor voldoende ventilatie.
- Kweek zodra het weer het
toe laat de jonge zaailingen op een koele plek (eventueel
buiten) verder op.
- Verpot jonge binnen opgekweekte
planten pas als de worteltjes tot aan de potrand
komen.
- Hard binnen of beschermd
opgekweekte planten altijd goed en rustig af door
ze langzaam aan de buitentemperatuur en de buitenomstandigheden
te laten wennen.
- (Kas)Tomaten, paprika's
en aubergines houden van een regelmatige watergift
en elke week voedsel met een hoog kaligehalte (bijvoorbeeld
NPK 7-14-28) om lekkere goed ontwikkelde vruchten
(groenten?) te krijgen.
Verwijder de dieven bij de (niet bossige) tomatenplanten
en top de plant zodra er 4-6 zijtakken gevormd zijn.
Snoeien:
- Fruitbomen en -struiken:
De snoei voor fruitbomen is in de rustperiode: november
- februari.
- Bomen en struiken:
- Na de bloei bladverliezende
heesters snoeien die op het eenjarige hout bloeien
en die een houtig gestel vormen. Voorbeelden zijn
Forsythia, Deutzia, Ribes, Philidelphus (boerenjasmijn),
Kerria, Cytisus (Brem), Spirea japonica (spierstruik),
Weigela. De scheuten die er vervolgens aan de struik
gevormd worden zullen volgend jaar bloeien.
- Spirea japonica (spierstruik),
Rhus typhina (fluweelboom), Arália elata (duivelswandelstok
of Engelenboom), Kerria japonica (ranonkelstruik),
(sering): Al deze struiken hebben de gewoonte veel
wortelopslag te maken. De struik rondom afsteken
en de grond buiten deze cirkel losmaken. De wortelopslag
met een riek verwijderen of met de hand verwijderen.
- Seringen: Als de bloei voorbij
is de uitgebloeide bloemtrossen verwijderen, zodat
alle kracht naar de nieuw te vormen scheuten zal
gaan. Wortelopslag verwijderen.
- Buxus. Snoeien vòòr de langste
dag (21 juni).
- Rozen. Uitgebloeide rozen
verwijderen. Als alle bloemen van de tros uitgebloeid
zijn, de tros terugknippen tot een lager gelegen
vijftallig blad dat naar buiten gericht is. In het
oksel daarvan bevindt zich de knop voor een nieuwe
scheut en die dus weer nieuwe bloei zal geven.
- Lavendel. Als je lavendel
wil gaan gebruiken om te drogen dan is het daarvoor
nu de tijd. Knip een bosje; bindt het bij elkaar
en hang het op een goed geventileerde plek te drogen.
- Bontbladige struiken. Knip
daar de groenbladige takken uit.
- Wisteria (blauwe regen).
Dunne scheuten inkorten tot 5-6 knopen vanaf de
hoofdstengels.
Bemesten:
- Fruit. Denk aan goed water
te geven.
- Rozen. Maandelijks bijmesten
tot half juli.
- Gazon. Grasmat maandelijks
bijmesten (wanneer regen wordt verwacht). Voor een
mooi groen gazon kieseriet strooien.
Vaste planten borders:
- Schoffelen met zonnig weer;
wieden met bewolkt en regenachtig weer.
- Steun de riddersporen zodra
die gaan bloeien of in bloei zijn.
- Koester de opgekweekte plantjes
die je in de tuin uit zet door ze in een zgn. badje
te zetten. Vorm om de plant een richel en giet het
'badje' dat op die manier ontstaat vol met water.
Ook goed als herkenningspunt voor de toch nog vaak
kleine plantjes die je maar o zo gemakkelijk over
het hoofd ziet.
- Zodra de oosterse papavers
(Papaver orientale ) uitgebloeid is en zijn blad
lelijk begint te worden kun je hem afknippen tot
aan de grond. Hij begint dan weer uit te lopen en
met een beetje geluk volgt een tweede bloei. Wil
je zaad bewaren van de plant, dan moet je 1 of meerdere
stengels aan de plant laten zitten en wachten tot
de zaaddoos begint te verkleuren van groen naar
geelbruin. Dan kunnen ze afgeknipt worden en ik
bewaar ze vervolgens in een papieren boterhamzakje
(nog te koop bij de Action).
- Ook de hoge ooievaarsbekken
(geranium pratense) knappen er enorm van op als
je ze - zodra ze uiteen beginnen te vallen - tot
aan de grond terugknipt. Doe dit als de bloei een
beetje terug begint te lopen. De plant gaat vervolgens
weer snel uitlopen en bijna zeker volgt er later
in het jaar een tweede bloei aan een wat nettere
plant.
- Indien nodig rijshout of
andere plantensteunen rondom vaste plantengroepen
plaatsen
- Geschikt om te vermeerderen
als stek met wortel zijn: aster, campanula, lupine,
chrysanthemum, sedum.
- Nieuwe planten planten en
het plantgat vullen met half potgrond en half bestaande
(tuin)grond. Mulchlaag rond de plant aanbrengen.
- Breng plantensteunen aan
bij planten met slappe stengels of planten die geen
steun van buurplanten heeft.
Ziekten en plagen:
- Pas op voor slakkenvraat
bij hosta, delphinium, Ligularia, salvia, en zo
kun je er vast ook zelf nog wel een paar verzinnen.
- Luis sterreroetdauw en valse
meeldauw bij rozen. Vaak staan deze te droog of
staan ze te dicht opeen.
- Woelmuizen. Te herkennen
aan ronde holen met een doorsnede van ongeveer 5
cm.
- Delphinium (ridderspoor);
Gaillardia (kokardebloem); Achillea (duizendblad);
Aconitum (monnikskap); Anthemis (echte kamille);
Scabiosa (duifkruid); chrysanthemum maximum (margrieten);
Salvia superba; ... . Het wegsnijden van uitgebloeide
stengels bevordert de groei van de plant en geeft
dikwijls een tweede en soms derde bloei.
- Pioenen. De pioen wordt
niet helemaal terug gesnoeid. Je kunt volstaan met
alleen de zaaddozen weg te snijden. Alleen echter
als je dat mooier vindt staan. Ik laat zeker bij
de enkelbloemige boerenpioen de zaaddozen staan.
Zij hebben een decoratieve functie.
- Meeldauw is te bestrijden
met bloem van zwavel of een kant en klaar spulletje
bij het tuincentrum. Ook zullen er vast en zeker
biologische oplossingen zijn.
Bomen en struiken:
- Alleen als daar erge noodzaak
toe is wintergroene heesters, coniferen en/of hagen
(ver)planten. Bij verplanten zorgen dat de wortelkluit
voldoende groot is en zo weinig mogelijk wordt verstoord.
Daarna goed water blijven geven en de struik regelmatig
besproeien. Mulchlaag bij de voet aanbrengen om
verdamping van het water tegen te gaan.
- Heesters snoeien die op
het eenjarige hout bloeien.
- Halfheesters voorzichtig
terugknippen tot boven het oude hout; snoeisel als
stek gebruiken.
- Verwijder de uitgebloeide
bloemschermen van de sering en rododendrons. Alle
kracht kan dan naar de struik gaan i.p.v. naar de
zaden. Altijd direct onder de bloemscherm afknippen
om de nieuwe groeischeuten van het volgende jaar
niet te beschadigen of te verwijderen.
Rozen:
- Plagen en gedierte.
Controleer op bladluis. Eventueel spuiten met een
mengsel van zeep/spiritus/water. Niet in de zon
spuiten, beste kun je dat 's avonds doen. Dan hebben
ook de nuttige insecten er minder van te lijden.
Controleer op gekrulde bladeren. Dit is door de
bladroller rups of de grijsgroene larve van de zaadwesp.
Blad wegknijpen en vernietigen.
- Ook rozen kun je stimuleren
tot het geven van grotere bloemen. Haal dan bij
de clusters nieuwe knoppen er een aantal weg. Alle
kracht kan daarna naar de overgebleven knop(pen)
gaan en dat levert grotere bloemen. Die kun je dan
mooi in een boeket of schaaltje gebruiken.
- Rozen tot half juli maandelijks
bijmesten met rozenmest of meststof met een hoog
kaligehalte.
- Hou de klimrozen in de gaten
en bind ze zonodig aan.
- Uitgebloeide rozen verwijderen.
Als alle bloemen van de tros uitgebloeid zijn, de
tros terugknippen tot een lager gelegen vijftallig
blad dat naar buiten gericht is. In het oksel daarvan
bevindt zich de knop voor een nieuwe scheut en die
dus weer nieuwe bloei zal geven.
Terras:
- Controleren waar mieren
het terras ondergraven hebben. Maatregelen nemen
door er mierenpoeder bij te strooien.
- Kunststofflessen verzamelen
om bijen en vliegen lokkers van te maken.
- Potplanten geregeld bijmesten
tijdens groeiseizoen of langzaam werkende mestkorrels
gebruiken.
- Hangbakken verzorgen door
de uitgebloeide bloemen bij het steeltje af te knijpen.
Gazon:
- Graskantjes bijhouden met
een gazontrimmer of iets dergelijks. Natuurlijk
ga ik hierbij uit dat jullie net als wij het nodige
aan graskantjes bij te werken hebt en dat je ook
van een net gazon houdt.
- Maai in zonnige perioden
niet te kort; de zon zou het kunnen verbranden.
Bollen en knollen:
- Plant nu najaarsbloeiende
bollen zoals bijvoorbeeld Colchicum (herfststijlroos),
Nerine (kliplelie), herfstcrocus, ...
- Dahlia's:
- Ontknoppen van dahlia's
om grotere bloemen te krijgen. Als regel laat
je aan één stengel de hoofdknop zitten en verwijder
je de twee knoppen die daar aan weerzijde onder
zitten. Wil je daarentegen veel kleine bloemen
aan een stengel, dan moet je juist de hoofdknop
wegnemen.
- Controleer regelmatig
de plant op verwelkte bloemen. Wil je zaad winnen,
dan moet je er een paar laten zitten.
- Breng bij de hogere
soorten steunmateriaal aan zodra de plant het
op een groeien zet. Drie stokken rondom verbonden
met een touw en één in het midden is niet overdreven.
- Lilium - Lelie: Zodra
de lelie uitgebloeid is knijp je om zaadvorming
tegen te gaan de bloem van de stengel. Alle
voeding en kracht gaat vervolgens naar de opslag
in een nieuwe bol voor volgend jaar. Wil je
daarentegen wèl zaad winnen, dan wat zaaddozen
laten zitten. Lelies kun je in de grond laten
zitten; met een beetje geluk worden de groepen
steeds groter. Ziekten en plagen: Pas op voor
het leliehaantje. Dit is een roodoranje kevertje
dat de bladeren, knoppen en later de hele lelie
aantast door er eieren op te leggen (onderaan
de bladeren een rode streep van eitjes) waaruit
zich larven ontwikkelen. Onze mooie lelies vormen
hun voedsel en mooier worden ze er zeer zeker
niet op. Heb je maar weinig lelies staan dan
kun je volstaan met ze tijdig (al in april)
weg te vangen en te controleren op ritsen rode
eitjes aan de onderzijde van de bladeren en
knoppen. Alternatief is Pyrethrum Spray van
Bayer. Wij hebben daar goede ervaring mee.
- Allium. Sieruien kunnen
na de bloei zonder problemen in de tuin blijven
staan. De bloemschermen zijn mooi te verwerken
in een boeket en in een later stadium de zaadschermen
idem-dito.
- Frittilaria imperialis
- Keizerskroon / Stinklelie. Kunnen na de bloei
gewoon op de plek blijven staan.
- Narcissen en (botanische)
tulpen. Loof van uitgebloeide bollen zal nu
inmiddels wel helemaal ingedroogd zijn. Opruimen
dus; de bollen laten zitten en de plek markeren.
Uitgebloeide narcissen, tulpen en hyacinten
die je in een geul ergens op de tuin achteraf
hebt gezet, kun je nu schoonmaken (pellen),
opslaan in een netje en in een goed geventileerde
ruimte ophangen. In het najaar weer uitplanten.
- Canna's. Zodra het loof
10 cm aan de plant staat en de temperatuur buiten
voldoende warm is, kunnen ze beschermd in de
tuin uitgezet worden. Planten in rijke potgrond.
- Oxalis - Sierklaver.
Planten en voldoende voeding geven.
- (gevuldbloemige) Knolbegonia's.
Eventueel zijknopjes uitdunnen om de hoofdbloem
meer kracht te geven
Moestuin:
- Zaai groentes zoals
andijvie, bietjes, chineese kool, postelein,
radijs, wortelen en sla.
- Plant eerder in potjes
gezaaide groenteplanten (bijv. winterkool) uit
in de tuin.
- Onkruid schoffelen.
- Aardappels. Veel vroege
aardappels kunnen nu al geoogst worden.
- Gezaaide en opgekweekte
tomaten en paprikaplanten kunnen nu in de tuin
uitgezet worden. Heb je gekozen voor cherrytomaatjes
of een kleine soort paprika's of pepers dan
kun je ook heel leuk een plant op een grote
pot op het terras zetten.
- Uien. Zodra het loof
geel wordt en omvalt is het tijd om te oogsten.
Rooi te uien voorzichtig en leg ze een aantal
dagen in de zon te drogen of als die er niet
is op een rek dat je ergens droog en goed geventileerd
weg zet.
- Pompoenen en sierkalebassen.
Plant de opgekweekte planten uit (plantafstand
50-60 cm) of zaai ze direct ter plekke.
- Tomaten. Top tomaten
zodra ze 4 trossen hebben gevormd en blijf bij
hoge rassen letten op dieven die uit de bladoksels
groeien. Deze verwijderen. Bij struik- of hangvormen
kan dat achterwege blijven. Blijf bijmesten
met speciale tomatenmeststof of meststof met
een hoog kaligehalte. Voldoende en vaak water
geven om ziekte zoals neusrot en grauwe schimmel
te vermijden. Gieten op de bodem is het beste;
sproeien kan schimmel veroorzaken.
- Stoksnijbonen en pronkbonen.
Toppen zodra de plant de top van de stok heeft
bereikt. Oogst de peulen regelmatig; dit stimuleert
de opbrengst.
Denk aan de watergift. Bemesten met kalk.
- Aardbeien (nieuwe aardbeiplanten
opkweken). Plant de uitlopers van de aardbeienplanten
in elk een afzonderlijk potje en snijdt na een
aantal weken deze plant van de moederplant.
Verder opkweken.
Beschermen:
Sla is favoriet onder de mussen en ook slakken
gaan er geen straatje voor om.
Wij hebben een soort van tunneltjes gemaakt
van mollengaas. Ik heb op mijn site onder 'tips
en trucs' een foto geplaatst. Wie weet brengt
het je op ideeën.
Fruittuin:
- Vruchtbomen blijven
controleren op vocht.
- Controleer zwaar beladen
takken op doorbuigen; eventueel steun klaarzetten
voor als het al te bar wordt.
- Aardbeien. Inspecteer
de strolaag of die nog voldoende bescherming
biedt. Wees alert op grauwe schimmelziekte.
Vooral in natte perioden. Aangetaste vruchten
verwijderen. Niet op de composthoop gooien i.v.m.
verspreiding. Aardbeien vormen nu uitlopers.
Als je dat wilt kun je die afsnijden en weggooien
of anders afleggen en er nieuwe planten van
opkweken.
- Pruimen. Dun de pruimenbomen
door aangetaste pruimen af te knijpen (te herkennen
aan een zwart stipje op de pruim; breek je zo'n
jong pruimpje open, dan zul je zien dat daar
een larve in zit; weg ermee dus!). Eind juni/begin
juli kun je nog eens kijken of er niet teveel
pruimen aan één cluster zitten en het overschot
eventueel verwijderen. Doe je dat niet dan kunnen
de takken onder het gewicht van de vele pruimen
bezwijken.
- Appels en peren. In
juni vindt de natuurlijke dunning plaats. Zitten
er echter nog erg veel vruchtjes aan één cluster,
dan kun je er een aantal van verwijderen. Vaak
is het voldoende om een cluster aan te raken
om kwetsbare slecht ontwikkelde appeltjes of
peertjes los te laten gaan. Gaat dat niet zo
simpel dan zoveel van de cluster afhalen dat
de overblijvende peren of appels voldoende kunnen
ontwikkelen zonder de andere in de weg te zitten.
Deze methode levert groter en beter ontwikkeld
fruit op.
Vijver:
- Vissen matig voeren:
teveel ongegeten voedsel = algengroei.
|
2021 © Gea's Zaaisite