mei
Zaaien:
-
Om te zien wat er zoal te zaaien is: zie de zaaikalender
voor de maand mei.
Ook deze maand een uitsplitsing van zaden die in de volle
grond (ter plekke) gezaaid kunnen worden. Kijk ook eens
naar de zaaikalender voor eenjarigen. Veel daarvan kunnen
in deze maand worden gezaaid.
-
Hou vorstgevoelige planten onder glas en zet ze pas in de
tuin uit rond ijsheiligen
(rond tweede week mei) en voor de noordelijke provincies
zelfs 14 dagen later.
-
Winterharde eenjarigen (HHA):
Zodra de grond goed opgewarmd is (10 graden, ook 's nachts)
kun je Winterharde eenjarigen (HHA) zoals bijvoorbeeld.
eenjarige riddersporen, cosmea, juffertje in 't groen, anoda,
etc., gaan zaaien. Bewerk de grond goed voor en maak patronen
voor mooie kleuren combinaties.
Plant opgekweekte Winterharde eenjarigen uit. Hard ze wel
eerst af als ze beschermd zijn opgekweekt.
-
Lathyrus:
Plant binnen gezaaide lathyrus uit. Denk er daarbij aan
de wortel zo weinig mogelijk te beschadigen. Werk de grond
goed door en breng een mulchlaag aan. Zijscheuten, ranken
en de eerste knoppen verwijderen. Pas wel op dat je de stengel
intact houdt.
Ook kan deze maand de lathyrus direct ter plekke gezaaid
worden. Doe dit bij voorkeur direct bij de steun. Ik gebruik
meestal drie tonkinstokken die ik als een wigwam bijeen
bind. Bij elke 'poot' plant ik 1-1,5 cm diep (een vingertopje)
3 voorgeweekte zaden. De grond eerst goed losmaken.
-
Halfwinterharde perkplanten:
Perkplanten zoals afrikaantjes, zaaibegonia, balsemien kunnen
nu goed gezaaid worden. Ze ontkiemen en groeien snel.
-
Grassen en rietsoorten:
zaai de eenjarige soorten zoals bijvoorbeeld hazenstaartje
(Lagurus ovatus)
-
Kruiden:
Ga door met het zaaien van kruiden zoals kervel, venkel,
hyssop, bieslook, dille, venkel, marjolein, koriander en
peterselie zaaien.
-
Halfwinterharde en Winterharde eenjarigen:
Hard binnen gezaaide eenjarigen af.
Zaden:
-
Je kunt je nu alweer een beetje gaan richten op je keuze
aan vaste planten zaden en tweejarigen. Veel van die zaden
kun je in mei-juni gaan zaaien. Zie hiervoor mijn zadenlijst
tweejarigen en vaste planten.
Vermeerderen vegatief: stekken/delen:
-
Eenjarigen:
Van veel binnen overgehouden perk en potgoed (zaaibegonia;
verbena; balsemien; salvia en osteospermum) kunnen nu stekken
genomen worden.
-
Klimplanten:
Nu de clematis uit gaat lopen kunnen ook daar stekjes genomen
worden waaruit nieuwe planten kunnen gaan groeien.
-
vaste planten:
Herfstbloeiende vaste planten (ver)planten en delen.
Vermeerder planten met grondscheuten als die 8-10 cm. zijn.
(Achillea, Anthemis, Delphinium, Gypsophila, Lupine, ...).
Geschikt om te vermeerderen als stek met wortel zijn bijvoorbeeld:
aster, campanula, lupine, chrysanthemum, sedum.
-
Groenten en kruiden:
scheur bieslook
-
Bomen en struiken:
Hydrangea, Forsythia en Jasmijn lenen zich er goed voor
om de takken af te leggen.
-
Bollen en Knollen:
Dahlia's vermeerderen door stekken wanneer de scheut 8-10
cm. is. Stekpoeder gebruiken en onder een plastic zak en
een bij een temperatuur van 10-13°C wortel laten zetten.
Ook kun je elke knol met een neus (groeipuntje) uitzetten
in de tuin. Daar krijg je weer een volwaardige plant van.
-
Kruiden:
Marjolein, Rozemarijn, Salie, en Tijm zijn te stekken door
7,5 - 10 cm., lange stekken te nemen van de uitlopers van
het voorgaande jaar. Verwijder de onderste bladeren van
de stengel en maak met een scherp mens een snede dwars door
de stengel tot onder een knoop. Zet de stekken langs de
rand van een met zanderige grond gevulde pot.
Kweekkas of koude bak:
-
Zorg voor voldoende ventilatie op zonnige dagen. De temperatuur
kan enorm oplopen.
-
Schaduw:
Zorg voor schaduw op zonnige dagen. Leg desnoods als de
zon brandend in je kas staat een paar kranten op de planten.
-
Sproeien:
Hou als regel aan om 's morgens vòòr 10 uur 's en avonds
na 19:00 uur 's. Veel schade aan planten komt door zonnebrand
aan de bladeren. Dit wordt versterkt door vocht op de bladeren.
-
Zieken en plagen:
Pas op voor de taxuskever.
Info:
Pas op voor aardvlooien. Te herkennen als je tegen potje
of bakje tikt; ze springen dan op. Kleefband aanbrengen.
Pas op voor witte vlieg. Lijmstroken aanbrengen en zorgen
voor voldoende ventilatie.
Info:
http://www.bayergarden.nl/
-
Zodra het weer het toelaat, jonge zaailingen op een koele
plek (eventueel buiten) verder opkweken.
-
Verpot jonge opgekweekte planten pas als de worteltjes tot
aan de potrand komen.
-
Hard binnen of beschermd opgekweekte planten altijd goed
en rustig af door ze langzaam aan de buitentemperatuur en
de buitenomstandigheden te laten wennen.
-
Stek vorstgevoelige vaste planten zoals pelargonium en fuchsia
en kweek ze beschermd op. Er kan nog tot midden mei nachtvorst
optreden, dus niet te overmoedig zijn met kwetsbare planten
buiten te zetten.
Snoeien:
-
Fruitbomen en -struiken:
De snoei voor fruitbomen is in de rustperiode: november
- februari.
-
Bomen en struiken:
Na de bloei bladverliezende heesters snoeien die op het
eenjarige hout bloeien en die een houtig gestel vormen.
Voorbeelden zijn Forsythia, Deutzia, Ribes, Philidelphus
(jasmijn), Kerria, Cytisus (Brem), Spirea japonica (spierstruik).
Voor zover dat nog niet in april is gebeurd de buddleya's
(vlinderstruiken) snoeien.
-
Buxus.
Snoeien vòòr de langste dag (21 juni). Eind mei is heel
geschikt.
Bemesten:
-
Buxussen:
Voor zover dat in maart of april nog niet is gebeurd bemesten
met een gift koemest- of kippenmestkorrels, bloed- en/of
beendermeel. Rondom een mulchlaag aanbrengen van champion-
of uitgewerkte paardenstalmest. Bij buxus in de pot dit
elke twee maanden herhalen. Eventueel bij zure grond een
extra kalkgift.
-
Borders:
Bewerken met compost en tussen de planten een dikke laag
mulch aanbrengen.
-
Fruit:
Alle fruitsoorten bemesten met kalkrijke meststof (kalium);
daarna goed water geven.
-
Groenten:
Uitgewerkte stalmest tussen de planten.
-
Potten en bakken:
Langzaamwerkende mestkorrels strooien.
-
Rozen:
maandelijks bijmesten tot half juli.
-
Gazon:
Grasmat maandelijks bijmesten (wanneer regen wordt verwacht)
Bloemen border (eenjarigen):
-
De meeste eenjarigen kunnen nu gezaaid worden. Zie de zaaitabel
en voor het geval je door je zaadjes heen bent mijn zadenlijst
eenjarigen.
Vaste planten borders:
-
Schoffelen met zonnig weer; wieden met bewolkt en regenachtig
weer.
-
Steun de riddersporen zodra die gaan bloeien.
-
Planten van de familie van de compositae (met een bloeiwijze
zoals die van de grote rudbeckia's, zonnekruid, herfstasters,
phlox, guldenroede, etc. kunnen in hun groei getemperd worden Door als de plant ongeveer 1/4 van zijn te verwachten hoogte
heeft bereikt er de hoofdscheuten af te knippen. Vele planten
vertakken daarop en worden steviger en bloeien rijker. Het
scheelt ongeveer 1/4 in hoogte.
-
Sterk uitgroeiende planten dunnen door in het centrum scheuten
weg te nemen. De overblijvende stengels worden krachtiger
en bloeien rijker.
-
Verjong overjarige planten door de buitenste delen opnieuw
uit te planten.
-
Koester de opgekweekte plantjes die je in de tuin uit zet Door ze in een zgn. badje te zetten. Vorm om de plant een
richel en giet het 'badje' dat op die manier ontstaat vol
met water. Ook goed als herkenningspunt voor de toch nog
vaak kleine plantjes die je maar o zo gemakkelijk over het
hoofd ziet.
-
Indien nodig rijshout of andere plantensteunen rondom vaste
plantengroepen plaatsen.
-
Bemesten met verteerde stalmest of tussen de planten een
mulchlaag aanbrengen.
-
Vermeerder planten met grondscheuten als die 8-10 cm. zijn.
(Achillea, Anthemis, Delphinium, Gypsophila, Lupine, ...)
-
Geschikt om te vermeerderen als stek met wortel zijn: aster,
campanula, lupine, chrysanthemum, sedum.
-
Nieuwe planten planten en het plantgat vullen met half potgrond
en half bestaande (tuin)grond. Mulchlaag rond de plant aanbrengen.
-
Breng plantensteunen aan bij planten met slappe stengels
of planten die geen steun van buurplanten heeft.
-
Ziekten en plagen:
Pas op voor slakkenvraat bij hosta, delphinium, Ligularia,
salvia, en zo kun je er vast ook zelf nog wel een paar verzinnen.
Luis en valse meeldauw bij rozen. Vaak staan deze te droog
of staan ze te dicht opeen.
Woelmuizen. Te herkennen aan ronde holen met een doorsnede
van ongeveer 5 cm.
Eenjarigen en perkgoed:
-
Mei is dè maand voor het zaaien van eenjarigen. Zie mijn
zaaikalender eenjarigen en voor het geval je door je zaadjes
heen bent mijn zadenlijst.
Rotsplanten:
-
Rozetvormende planten zoals sedum en saxifraga rondom een
rand van goede potgrond geven.
-
Maak een mengsel van fijne grond, zand, turfmolm en kunstmest
en werk dat tussen de groene rozetten van sedum en steenbreek.
Bomen en struiken:
-
Laatste moment om wintergroene heesters, coniferen en/of
hagen te (ver)planten. Kies daar een regenachtige dag voor
en zorg dat het plantgat voldoende vochtig is. Daarna goed
water geven. Niet (ver)planten bij vorstvrij weer. Bij verplanten
zorgen dat de wortelkluit voldoende groot is en zo weinig
mogelijk wordt verstoord.
-
Breng op een regenachtige dag waarbij de grond voldoende
nat is een mulchlaag aan van goed verteerde stalmest; champost
of paardenstalmest.
-
Buxussen bemesten met een gift koemestkorrels en compost.
Bij buxus in de pot dit elke twee maanden herhalen. Eventueel
bij zure grond een extra kalkgift.
-
Heesters snoeien die op het eenjarige hout bloeien.
-
Halfheesters voorzichtig terugknippen tot boven het oude
hout; snoeisel als stek gebruiken.
-
Winterheide bemesten met stikstofrijke meststof.
Rozen:
-
Plagen en gedierte:
Controleer op bladluis. Eventueel spuiten met een mengsel
van zeep/spiritus/water. Niet in de zon spuiten.
Controleer op gekrulde bladeren. Dit is door de bladroller
rups of de grijsgroene larve van de zaadwesp. Blad wegknijpen
en vernietigen.
-
Rozen maandelijks bijmesten tot half juli.
Terras:
-
Materiaal aanschaffen voor hanging baskets.
-
Controleren waar mieren het terras ondergraven hebben. Maatregelen
nemen voor de komende zomer (tijdig lokdoosjes plaatsen).
-
Kunststofflessen verzamelen om bijen en vliegen lokkers
van te maken.
-
Sfeermateriaal vernieuwen.
-
Sfeersetjes zoals een metalen tafeltje en stoeltjes opnieuw
een laagje verf geven.
-
Hardhouten tuinbanken en tuinsets onder handen nemen en
van een nieuwe laag olie voorzien.
Kuipplanten:
-
Bij buxus in de pot controleren of de pot niet te sterk Doorworteld is en eventueel van een nieuwe pot en potaarde
voorzien. Elke twee maanden een gift koemestkorrels.
-
Potplanten geregeld bijmesten tijdens groeiseizoen of langzaam
werkende mestkorrels gebruiken.
-
Overgehouden kuipplanten zoals oleander, brugmansia, lantana,
solana, etc., eventueel terugsnoeien.
Info: http://www.kuipplanten.com/
Gazon:
-
Grasmat bemesten met kalkammonsalpeter of zwavelzure ammoniak
(1 kg. per 100 m2), vermengd met zand uitstrooien en water
geven.
-
Maaien op maximale stand 3-4 cm.
Bollen en knollen:
-
Dahlia's:
In de tweede week van mei en in koudere delen van Nederland
twee weken later kunnen de uitgelopen dahlia's in de tuin
uitgeplant worden. Doe dat 70-90 cm uit elkaar, al naar
gelang de hoogte van de plant. Verbeter het plantgat door
er 2-3 handen natte turfmolm door te verwerken; bij droog
weer begieten. Pas op met nachtvorst. Bij twijfel op de
planten vliesdoek of kranten leggen die je de volgende ochtend
weer weghaalt.
-
Lilium - Lelie:
Plant leliebollen. Lelies kun je in de grond laten zitten;
met een beetje geluk worden de groepen steeds groter.
Ziekten en plagen:
Pas op voor het leliehaantje. Dit is een roodoranje
kevertje dat de bladeren, knoppen en later de hele lelie
aantast door er eieren op te leggen (onderaan de bladeren
een rode streep van eitjes) waaruit zich larven ontwikkelen.
Onze mooie lelies vormen hun voedsel en mooier worden ze
er zeer zeker niet op. Heb je maar weinig lelies staan dan
kun je volstaan met ze tijdig (al in april) weg te vangen
en te controleren op ritsen rode eitjes aan de onderzijde
van de bladeren en knoppen. Alternatief is Pyrethrum Spray
van Bayer. Wij hebben daar goede ervaring mee.
-
Allium - Sierui:
Alliums zullen nu volop in bloei staan. Ze kunnen na de
bloei zonder problemen in de tuin blijven staan. De bloemschermen
zijn mooi te verwerken in een boeket en in een later stadium
de zaadschermen idem dito. Allium zaait zich goed uit.
-
Frittilaria imperialis - Keizerskroon / Stinklelie:
Kunnen na de bloei gewoon op de plek blijven staan. Haal
de bloemkroon weg om zaadvorming tegen te gaan. Tenzij je
het zaad in een later stadium wilt oogsten. Dan laat je
het er aan zitten.
-
Narcissen en tulpen:
Loof van uitgebloeide bollen rustig laten afsterven. Uitgebloeide
knoppen afknijpen om zaadvorming tegen te gaan.
-
Canna's:
Zodra het loof 10 cm aan de plant staat en de temperatuur
buiten voldoende warm is, kunnen ze beschermd in de tuin
uitgezet worden. Planten in rijke potgrond. Bij dreiging
van nachtvorst de plant bedekken met vliesdoek of met krantenpapier
dat je de ochtend erop weer verwijderd.
-
Oxalis - Sierklaver:
Planten en voldoende voeding geven.
-
Als de uitgebloeide narcissen, tulpen en hyacinten je een Doorn in het oog zijn, maar je ze toch wel graag een volgend
jaar wilt gebruiken, knijp dan tijdig de bloemknop af en
spit een geul ergens op de tuin achteraf waarin je de uitgebloeide
bloembollen af laat sterven. Duidelijke markering aanbrengen
en ze rooien als het blad droog en verdort is. Opslaan in
een netje en in een goed geventileerde ruimte ophangen.
In het najaar weer uitplanten.
Moestuin:
-
Poot vroege aardappelen; pas op met vorst (afdekken met
vliesdoek)
-
Poot jonge groenteplanten; pas op met vorst (afdekken met
bijvoorbeeld vliesdoek).
-
Onkruid schoffelen.
-
Wintergroenten oogsten.
-
Zaaibed klaarmaken voor wintergroenten zoals spruiten, winterbloemkool
en boerenkool.
-
Geulen spitten voor pronkbonen.
-
Stalmest tussen de planten als bemesting.
Fruittuin:
-
Kweek eventueel aardbeien binnen op of dek ze af om vroege
bloei te stimuleren.
-
Bij vorst kleine bomen van de perzik; nectarine, kers, druif
en kiwi beschermen door er vliesdoek o.i.d. overheen te
gooien.
-
Vruchtbomen controleren op vocht. Het voorjaar kan erg droog
zijn.
-
Indien nodig takken van jonge fruitbomen voorzichtig uitbuigen.
-
Soms kan het bij vroege bloei nodig zijn om de perzik, nectarine
en kers handmatig te bestuiven. Er zijn dan nog niet zoveel
hommels, vlinders en bijen die ze bezoeken.
-
Bemesten:
Alle fruitsoorten met kalkrijke meststof (kalium) bemesten;
daarna goed water geven.
Vijver:
- Mei is een goede maand om alle soorten waterplanten te planten.
- Scheur waterlelies en plant ze opnieuw uit.
- Zonodig zuurstofplanten in vijver aanvullen.
- Mandjes van de onderwaterplanten zoals lelies, watergentiaan
en fonteinkruid controleren of er nog voldoende vijveraarde
of substraat in zit. Anders aanvullen.
- Vissen matig voeren: teveel ongegeten voedsel = algengroei.
|
2021 © Gea's Zaaisite