Zaaien


Zaaien... ieder doet dat op zijn of haar eigen manier. De meesten beginnen met de adviezen vanuit een boekje of het internet. Zo ben ook ik ooit begonnen.
Bij het maken van deze pagina moest ik een afweging maken tussen het herhalen van datgene dat in de boekjes en op diverse sites staat of mijn eigen zaaimethode beschrijven.



Ik denk zelf dat men het meeste heeft aan de laatste optie. Natuurlijk heeft ieder de keuze het op de traditionele manier, de eigen manier of misschien ook mijn manier (of onderdelen daarvan) te doen.

Gecontroleerd zaaien

Gecontroleerd zaaien is het zaaien in potjes, zaaibakjes of het zaaien in zakjes en het proces volgen tot je de planten voldoende doorgeworteld opgekweekt hebt om ze in de tuin uit te planten. Gecontroleerd zaaien kun je als ervaren zaaier vaak het hele jaar door toepassen. Het is de tegenhanger van ter plekke zaaien.

De zaaiomgeving

Ofwel waarin zet je de zaaipotjes of /bakjes.
De eerste kennismaking met het zaaien zal voor de meesten onder ons zijn door zomereenjarigen of groenten te zaaien in een potje in een plastic zakje dat je op de vensterbank plaatst.

Als ik het in de zaaibeschrijvingen heb over 'kamerkas', dan bedoel ik niet alleen de speciale kamerkasjes die je daarvoor kunt aanschaffen, maar ook dit potje op de vensterbank.

Doel is om de zaden tot kiemen te krijgen en dat kan op de simpelste tot meest ingenieuze manier.

Andere manier is het zaaien in een beschermde koude bak / ofwel onder glas.
Dat zaaien gebeurt buiten. Het zaaibakje of -potje bescherm je door de weersinvloeden buiten te houden en om de warmte binnen. Pas wel op met dit zaaien onder glas dat de jonge zaailingen niet verbranden in het zonlicht en dat je als de buitentemperatuur op gaat lopen, tijdig de bescherming stap na stap verwijderd.

Een beschermde koude bak kan zijn een kweekkas, een koude bak, een tunnelkas, een tafelkasje, een stel ruiters met glasplaatjes erop of - zoals ik verderop uitleg - een alternatieve koude bak.

 

Welke zaaigrond

In de eerste plaats kun je bij het tuincentrum kant-en-klare zaai- en stekgrond kopen, zeker als je maar een aantal zaadsoorten gaat zaaien, geen ingewikkelde soorten wilt gaan zaaien en nog geen ervaring hebt met het zaaien. Kortom op zeker wilt spelen.  

 

Maar soms komt het voor dat je geen zaaigrond voorhanden hebt en toch graag zaaien wilt. Of dat je net als ik grote hoeveelheden zaden wilt gaan zaaien of je wilt gaan wagen aan bijzondere soorten te gaan zaaien. Dan kun je - en moet je soms - kiezen om de zaaigrond zelf te gaan maken.  

 

Het kan zijn dat je bepaalde zaden wilt gaan zaaien die een specifieke zaaigrond nodig hebben. Daarmee bedoel ik dat tegenwoordig, met het ruime aanbod van speciale, dikwijls exotische zaden, ook de zaaigrond naar die soort zaden aangepast moet worden. Dus is enige kennis van de te zaaien plantensoort wel handig. Maar goed, dat is voor de wat gevorderden onder ons.  

 

In de loop der jaren heb ik voor mezelf een 'basis recept' samengesteld dat het meestal wel goed doet. Er moet echter met een aantal elementen rekening gehouden worden.

 

Zaaigrond moet:  

  • luchtig zijn, de kiem en worteltjes moeten zich vrij een weg door de potgrond kunnen vinden
  • vochtig zijn, daarmee bedoel ik voldoende, maar niet tè vochtig, pas bijvoorbeeld op met zaden zoals bijvoorbeeld die van de salvia en van de cobaea die een slijmerig laagje om de zaden vormen en kwetsbaar voor rot.
  • vocht vasthoudend, vrij van beestjes, grove delen en schimmels zijn.

De verhouding van mijn zaaigrond is 2 delen gezeefde cocopeat (of als je dat niet hebt turfstrooisel) en 2 delen grofkorrelig zand (brekerzand, guszand, dat is zand waarmee vloeren gesmeerd worden en te koop bij de bouwmaterialenhandel).  

 

Ik meng door mijn zaaigrond graag wat perliet om de grond mooi luchtig te houden en voorkomt het 'dichtslaan' van de grond. Het geeft een betere drainage; het water voert gemakkelijker af.  

 

Het zand dat je bij de bouwmaterialenhandel koopt moet eerst goed gewassen worden.

 

Dat doe je door een emmer voor de helft te vullen met zand en vervolgens de kraan er boven aan de zetten en al rustigjes roerende de emmer te laten overstromen tot het water helemaal helder is  

 

Er spelen bij het zaaien en het de te kiezen zaaigrond nog een aantal andere factoren mee, namelijk wat voor zaden je gaat zaaien. Bijvoorbeeld, in welke soort grond groeien (kiemen) ze van oorsprong, de grootte van de zaden, kunnen de zaden wel of niet verspeend worden en moeten ze in een eigen potje opgekweekt worden  

 

De grote zaden van de lathyrus bijvoorbeeld, hebben een heel andere zaaimethode en zaaigrond nodig dan het stoffijne zaad van diverse rotsplanten.  

 

Om de lathyrus als voorbeeld te nemen, die wordt door velen gezaaid in een permanente zaaiomgeving (zelf gemaakte plantpotjes van papier, wc-rolletje, turfpotje, ...) en kan in tegenstelling tot de meeste andere zaailingen wel wat extra bemesting gebruiken. Het mengsel van mijn lathyruszaaigrond bevat daarom i.p.v. cocopeat of turf, bemeste potgrond.  

 

Bij fijne of stoffijne zaden gebruik ik zaaigrond die nog iets schraler is van samenstelling (wat meer brekerzand) dan het basisrecept en strooi op het potje een laagje grof brekerzand of vermiculliet. Daarna zaai ik de zaden heel licht uit en sproei met de nevelspuit de zaden in de toplaag.


Het zand dat je bij de bouwmaterialenhandel koopt moet eerst goed gewassen worden. Dat doe je door een emmer voor de helft te vullen met zand en vervolgens de kraan er boven aan de zetten en al rustigjes roerende de emmer te laten overstromen tot het water helder is.

Verontreinigde zaaigrond

Eigenlijk zou je altijd goede materialen moeten gebruiken. Schone potjes en schone, ongebruikte zaaigrond. Het kan echter eens voorkomen dat je eerder gebruikte grond weer wil benutten. Als je het niet helemaal vertrouwt, dan kun je eventuele ziektekiemen en zaden die erin zitten vernietigen door het bakje gedurende een aantal minuten op de hoogste stand in de magnetron te zetten.

Kiemschimmels

Dat komt het meest voor bij het binnen voorzaaien. Oorzaken kunnen zijn:

  • Gebruikte potjes of zaaibakjes gebruikt.
    Potjes en bakjes kun je wel hergebruiken, maar dan moet je ze afgewassen hebben in een teiltje water met een flinke scheut bleekwater.
  • Oude (gebruikte) zaaigrond.
    Je kunt oude zaaigrond wel hergebruiken als je dat wilt, maar ook hier moet je wat maatregelen nemen door de grond zeven en de bak vervolgens voor een paar minuten in de magnetron zetten.
  • Zaaisel staat in een te vochtige omgeving.
    Een 'fout' die veel wordt gemaakt en die voorkomen kan worden Door je zaaigrond niet tè nat te maken en het zakje, het deksel, het kasje, ... wat je ook hebt gebruikt om in te zaaien, elke dag even open te zetten, zodat de lucht kan circuleren. Bedenk dat de zaden slechts een licht vochtige omgeving nodig hebben om te kunnen kiemen. Tè nat eindigt dikwijls in verrotte zaden of kiemschimmels (wit laagje op de zaaiaarde en de zgn. omvalziekte (zie hieronder)


omvalziekteOok bij het zaaien is het hygi�nisch werken belangrijk. De kiemplantjes beschadigen bij het steeltje en vallen om, de zogenaamde omvalziekte (Pythium).

Als je daarvan last hebt kun je nevelen met een schimmelwerend middel, zoals spuitzwavel of een opgelost tabletje Superol. Dit laatste kun je bij de drogist of bij de apotheek kopen en wordt verkocht om mee te kunnen gorgelen.

Beter is echter preventieve maatregelen te nemen: zorg dat de zaaigrond niet te vochtig is en hou de zaaibak niet helemaal afgesloten, zodat de lucht kan circuleren.

Waarin te zaaien

Ik zaai altijd in potjes van 10 x 10, maar dat is uiteraard een persoonlijke smaak. Je kunt van alles gebruiken: liter (ijs) bakken, bakjes van de afhaal-chinees, koffiebekers (goed voor lathyrus, papavers en afrikaantjes), voorgevormde potjes, zaaitrays, van die setjes waarin ze bij het tuincentrum perkgoed in verkopen (2 x 8 of 2 x 10, lekker klein maatje is mijn ervaring), ... eigenlijk teveel om op te noemen.

In de eerste drie soorten moet je wel onderin de bak gaatjes maken waar het vocht opgezogen kan worden en waar het water weg lopen kan.

tipIk heb in het maart nummer van
Tuin & Co een leuke tip gelezen van een lezeres die papieren zaaicontainers maakt van kranten Papier. Daaraan dacht ik meteen bij het zaaien en opkweken van lathyrus.

Je hebt nodig: plastic drinkflesje, longdrinkglas of een spuitbus die als mal kan dienen, bladzijden van kranten Papier driedubbel-gevouwen tot er een stevige strook van ca. 20 cm ontstaat en tuinaarde om de koker mee te kunnen vullen.

Het werkt heel simpel: je rolt de strook om de mal en houdt aan de onderzijde ongeveer 2 � 3 cm over. Die 2 � 3 cm vouw je vervolgens om en drukt de onderzijde van de mal in de palm van je hand of op de tafel en maakt een draaiende beweging. Doel daarvan is dat de onderzijde goed in model blijft zitten. Vervolgens schuif je de papieren koker van de mal en klaar is Klara (of Kees ;-) ).

Het mooie van deze manier van zaaien en het materiaal is dat je als de plant eenmaal voldoende ontwikkeld is en in de tuin uitgeplant kan worden, je dat met koker en al kunt doen. Je hoeft dan niet de wortels te verstoren.

Trouwens, je begrijpt dat deze methode niet alleen voor lathyrussen geldt. Het lijkt me, maar dat moet ik nog even onderzoeken, dat het ook een heel geschikte manier is om bijvoorbeeld papavers voor te zaaien en andere zaadsoorten waarbij de penwortel niet beschadigd mag worden (slaapmutsje,  papaver, malvasoorten, muurbloem, ...). Ook lupines, die een hekel hebben aan verplanten, varen er wel bij.

Zaaiklaar maken

Ik neem daar voor een stapelbox (maar een diep dienblad of zo kan ook) en doe daar een laagje van 5 cm lauwwarm water in. Ik vul de benodigde potjes met zaaigrond en zet die potjes in de stapelbox zodat de potjes het water op kunnen nemen. De potjes zijn voldoende vochtig als de bovenzijde donker begint te kleuren. Het kan zijn dat je meerdere malen water moet bijvullen (vooral als je net als ik 20 potjes tegelijk voorbereid).

Het zaaien

Ik zaai afhankelijk van de grootte van de kiemplant 1, 5, of 9 zaden per potje. Ik ga er vanuit dat er zo 2 cm rondom de zaailing vrij moet zijn. Makkelijk is het als je alvast met de top van je vinger kuiltjes maakt op de plek waar het zaadje moet komen. Ik werk graag met een pincet om de zaden op de zaaigrond te leggen. Een pietepeuterig werkje, dat wel, maar je weet dan tenminste wat je zaait en vooral dat je niet te dik zaait. Want dat is dikwijls de grootste fout die ieder maakt: veel te veel en te dicht op elkaar zaaien. Gevolg is dat de plantjes zich niet goed kunnen ontwikkelen en de kans op schimmels groter wordt. Ik gebruik altijd een stevig (120 grams of zo) papiertje dat ik dubbel vouw. Zo hou ik controle over het aantal. Strooi je gewoon uit het zakje, dan lijkt het al snel dat je veel te weinig zaait.

Wil je toch gewoon uit het zakje zaaien, zorg dan altijd dat je dicht bij de zaaiaarde strooit, zodat de zaden niet weg kunnen springen.

Al naar gelang het aantal planten ik wil, zaai ik in 1, 2 of 3 potjes dezelfde soort zaden. Ook maakt het wat uit hoe kiemkrachtig het zaad is (je moet dan wat meer zaaien dan het aantal planten dat je voor ogen hebt). Ga je helemaal voor zeker, zaai dan de portie zaden helemaal uit en hou alleen de sterkste kiemplanten over. Dan heb je in ieder geval genoeg planten om een mooie groep mee te vormen.

Steeklabel

steeklabelsJe kunt daarvoor steeklabels in de winkel kopen. Als je echter zoals ik heel veel zaait, dan wordt dat een kostbare geschiedenis. Ik heb een oplossing gevonden door verticale lamellen van plastic jaloezie�n in strookjes van 2-3 cm te knippen en daarop met een watervaste viltstift te schrijven.


Gebruik geen stift die je ook voor dvd-schijfjes gebruikt, want die zijn niet altijd te vertrouwen (ze verbleken soms of je veegt de tekst er gemakkelijk vanaf). Ik gebruik een Edding 400 of de Edding 3000 permanent marker en die houdt zich goed. Niets is zo hatelijk als je op een gegeven moment eindelijk een kiemplantje ziet opkomen en het label verbleekt is

Afronden zaaiwerk

Als alle potjes gevuld zijn en van een label voorzien zet ik ze in de koudebak. Heb je die niet, dan kun je daarvoor ook een alternatieve koude bak(stapelbox) gebruiken. Zet daarvoor alle potjes in de bak, laat ze zich matig volzuigen met water, neem een transparant afdekplaatje (glas, plastic, kunststof, ...) van iets groter dan de omtrek van de bovenzijde stapelbox en leg deze op de box. Zet deze vervolgens op een lichte plek (nooit in de volle zon) en zorg dat de temperatuur voldoende hoog is (afhankelijk van de soorten kiemplantjes die je erin hebt staan. Perkgoed bijvoorbeeld, heeft een hogere temperatuur nodig dan bepaalde vaste planten). Zorg dat de potjes altijd voldoende vochtig maar nooit nat zijn. Te droog is funest voor je zaaisel, maar te nat eveneens.

Kiemtemperaturen

Zaden hebben alle een eigen temperatuur om bij te kunnen kiemen of om de kiemrust te kunnen doorbreken. Soms staat het bij de zaaibeschrijving in het aantal Celsius, maar ook staat dat de zaden bijvoorbeeld kiemen bij een koele temperatuur (4 graden Celsius).

Afhardenkweekgoed koudebak

In de kas of kweekbak opgekweekte jonge planten moeten voor ze aan de buitenlucht blootgesteld worden langzaam wennen aan de temperatuur en weersomstandigheden buiten de veilige omgeving van de kweekbak of alternatieve koudebak. Dat doe je door gedoseerd (met enkele dagen tussen Pose) de bescherming (glasplaatje, raam, plasticzak, plastic deksel, ...) steeds meer open te zetten of weg te halen. Op een gegeven moment ben je zover dat de hele bescherming eraf kan en de planten voorbereid kunnen worden om in de tuin of op een kweekveld uitgeplant te worden.

Uitplanten in de tuin

Zelf opgekweekte planten kun je in de tuin uitplanten als de aarde in de potjes waarin je ze hebt opgekweekt goed doorworteld is (dus dat de plantjes veel worteltjes hebben gemaakt). Voor vaste planten en tweejarigen is dat meestal zo omstreeks oktober als de grond nog voldoende opgewarmd is om de plantjes nog te doen aanslaan.

Als voorbereiding op het planten maak je op de plek van bestemming een plantgat, giet daarin water zodat de grond goed vochtig is, laat het water even wegtrekken, plant het plantje en ... heel belangrijk, zet er het labeltje bij.

Waarom dat laatste? Het is niet onwaarschijnlijk dat het een jaar duurt eer de plant bloeien gaat en zo herkenbaar wordt. Niet zelden heb ik in het voorjaar tegen een plant aangekeken, waarbij ik geenflauw idee meer had van wat het was. Simpelweg omdat ik a. geen goed label had gebruikt of b. geen goede stift had gebruikt om er de naam mee op te schrijven.


Opgekweekte plantjes van eenjarigen kunnen uitgeplant worden na ijsheiligen
(meestal rond de 3e week van mei )
.



......

(wordt eventueel aangevuld met wat nog meer interessant kan zijn. Inbreng is welkom...)

2021 © Gea's Zaaisite